Liturgie voor de viering van Schrift en Tafel op Witte Donderdag 6 april 2023 in de Marktpleinkerk te Winschoten. Aanvang: 19.30 uur.

Viering van Schrift en Tafel op de Witte Donderdag in de Marktpleinkerk te Winschoten.

Wilt u meer over de lezingen of bestemming van de collecte  in deze viering weten, klik dan op ‘diensten’
of op deze link

U kunt deze viering rechtstreeks (en later) bekijken via deze link of beluisteren via www.kerkomroep.nl

Voorganger Ds. Bert L. van der Woude
Lector Joost Valeton
Ouderling Corrie Troost
Diaken Tilly Ottevanger
Organist Koos Akkerman
Met medewerking van de cantorij o.l.v. Grebber Koster
Beeld & geluid Robert Jalink
Koster Jan Mulder

 

Orgelspel

Welkom en stilte (bij het aansteken van de tafelkaarsen)

Zingen: Kom Geest van God (Cant. 1e keer, daarna allen)

Votum
In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
AMEN (Allen gaan staan)

Groet
Genade zij u en vrede Van God onze Vader
En van Jezus Christus, de Heer
AMEN.

Bemoediging:
Onze hulp is in de Naam van de HEER,
DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT

Gebed van toenadering

Zingen: Lied 561 (Cantorij 1 en 3, allen 2, 4 en 5)

1 O Liefde die verborgen zijt
in diepe stilten eeuwigheid,
erbarm U over ons bestaan,
het wordt verraden en verdaan.

2 Hoe acht’loos in ons midden wordt
het kostbaar mensenbloed gestort
en in het onbarmhartig licht
het kruis des Heren opgericht.

3 De minsten van de mensen zijn
daar uitgestrekt in angst en pijn.
Tot aan het eind der wereld lijdt
Christus in hun verlatenheid.

4 O Liefde uit de eeuwigheid
die met ons mens geworden zijt,
wij bidden, laat ons niet alleen
in al het duister om ons heen,

5 opdat ook wij o Heer U niet
verlaten in uw diep verdriet
maar bij U zijn in al de pijn
waarmee de mensen mensen zijn.

Kyriegebed met gezongen KYRIE (Lied 301)

 

GEBED VOOR DE WITTE DONDERDAG

V: De Heer zal bij u zijn
A: DE HEER ZAL U BEWAREN

Lezing uit het OT: Exodus 12 : 1 t/m 11

Zingen: Psalm 81 : 3C, 5, 7C, 8, 9C, 11 en 12

3 Dit is ingezet
als een eeuwig teken
Jozef tot een wet,
toen des Heren hand
aan Egypteland
machtig is gebleken.

5 Onder lasten zwaar
waart gij haast bezweken.
Groot was het gevaar
Ik vergat u niet,
in het doodsgebied
gaf Ik taal en teken.

7 Luister, welk bevel
Ik u in wil scherpen.
Hoor Mij, Israël!
Laat geen vreemde god,
laat geen vreemd gebod
ooit u onderwerpen!

8 Ik ben HIJ DIE IS;
God wil Ik u wezen.
Uit de duisternis
van de slavernij
maakte Ik u vrij;
hebt gij nog te vrezen?

9 Leef uit mijn verbond.
Vraag van Mij vrijmoedig.
Open wijd uw mond.
Al wat u ontbreekt,
al waar gij om smeekt
geef Ik overvloedig.

11 Ga niet van Mij heen,
volg Mij op Mijn wegen,
sluit u hecht aaneen.
Waar gij langs zult gaan
maak Ik u ruim baan;
niemand houdt u tegen.

12 Al wie u verdrukt
zal Ik af doen deinzen.
Ik verbreek het juk
dat uw schouders knelt,
en het ruw geweld
zal verering veinzen.

8 (A) Ik ben HIJ DIE IS;
God wil Ik u wezen.
Uit de duisternis
van de slavernij
maakte Ik u vrij;
hebt gij nog te vrezen?

EPISTELLEZING: 1 Korintiërs 11 : 20-26

Zingen: Lied 556 (1 en 3 cantorij, allen 2, 4 en 5)

1 Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen,
alle geboden worden thans voldragen,
alle beproeving van de wildernis.

2 Gods schepping die voor ons gesloten bleef
ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten,
die Zoon van David zijt en Man van Smarte,
Koning der Joden die de dood verdreef.

3 Jezus, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur onsteken.
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.

4 Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven,
ons is een lofzang in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.

5 Dit is uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen,
vrede aan allen die uw naam verhogen:
heden hosanna, morgen kruisigt Hem!

EVANGELIELEZING: Johannes 13 : 1-15

Zingen: Lied 569 (Cant.: 1 en 3, allen: 2 en 4)

1 Toen Jezus wist: nu is gekomen
het uur om door de nacht te gaan,
heeft Hij een linnen doek genomen
en water in een schaal gedaan.

2 Hij gaf ons zwijgende een teken
en kwam ons voet voor voet nabij,
Hij deed het water van zich spreken,
het stort zich uit en reinigt mij.

3 Zo is de Heer een knecht geworden
en tot de bodem toe gegaan
om ons met ootmoed te omgorden,
Hij doet ons zijn geringheid aan.

4 Heer van mijn hart, U bent gekomen
de nacht door naar uw grote dag,
ik heb in eenvoud aangenomen
dat ik U daarin volgen mag.

OVERDENKING

Zingen: Lied 395 (Cantorij: verzen, Allen: refrein).

Refrein

2. Op die avond van het paasfeest
heeft Hijzelf ons uitgelegd,
dat het brood ons wordt gegeven
als een teken van zijn leven,
dat Hij uitdeelt aan zijn mensen,
dat heeft Hij gezegd. Refrein

3. Op die avond, toen de beker
werd gezegend door de Heer,
zei Hij: wat jullie misdeden,
dat is nu voorgoed verleden,
je mag leven van vergeving,
nu en telkens weer. Refrein

4. Op die maaltijd van het paasfeest,
op de avond van zijn dood
zei Hij: zelf zal Ik er bij zijn
op het feest waar jullie vrij zijn,
op de maaltijd, die God aanricht,
en dat feest wordt groot! Refrein

Gezongen voorbede: Laat ons bidden uit gemis (DB LG 67)
Cant. 1, 6; Vrouwen 2, 7; Mannen 3, 8; Allen 4, 5, 9, 10

2. Laat ons bidden voor het kind dat zijn leven pas begint;
voor de kind’ren aller landen van wie God de namen weet,
dat hun toekomst niet zal stranden op de klip die oorlog heet.

3. Voor de zieke man of vrouw die verlangt naar onze trouw;
voor wie eenzaam is gebleven of wie eenzaam is gemaakt,
dat zij met de kus des vredes heden worden aangeraakt.

4. Voor de mensen die in nood zoeken naar de goede dood,
die door iedereen verlaten, heel alleen met hun verdriet, niet
meer hopen, niet meer praten, Heer, vergeet ook dezen niet.

5. Voor wie doodsangst overmant, dat zij vallen in Uw hand.
Laat een engel hen geleiden uit het duister naar het licht;
toon hen als voorgoed bevrijden uw genadig aangezicht.

6. Voor de zwakken die ontdaan macht’loos door de wereld gaan;
voor de doven en de blinden, voor de mensen zonder stem,
dat zij eigen wegen vinden naar het nieuw Jeruzalem.

7. Voor wie angstig en beducht voor zijn leven is gevlucht,
en een vreemdeling moet wezen, tegen haat en nijd bestand,
dat het heimwee zal genezen naar zijn lief geboorteland.

8. Voor al wie geworpen is diep in de gevangenis,
dat hun naam niet wordt vergeten, als voor ons de zon opgaat.
Geef de wereld een geweten, en verlos ons van het kwaad.

9. Voor het volk dat wordt gekweld door de macht van bruut geweld,
dat met alle droefenissen van het heilloos onrecht leeft
en in plaats van brood en vissen tranen tot zijn spijze heeft.

10. Here, sluit Uw oren niet voor dit kleine mensenlied.
Gij kent al die duizendtallen die het zingen wordt belet.
Hee, erbarm U over allen. Heer, verhoor ons smeekgebed.

~ De Maaltijd van de Heer ~

LOFZEGGING

V.: De Heer zij met u
A.: en met uw Geest
V.: Verheft uw harten
A.: Wij zijn met ons hart bij de Heer
V.: Brengen wij dank aan de Heer onze God
A.: Hij is onze dankbaarheid waardig

Gezongen tafelgebed (Gij die weet wat in mensen omgaat)

 

GEBED OM DE GEEST
V: ……………………………………….
Waar wij nu samen om bidden met de woorden: Onze Vader

Agnus Dei (Lied 408 e, allen)
Lam van God, dat wegdraagt de zondag van heel deze wereld:
geef uw ontferming (2x)
Lam van God dat wegdraagt de zonde van heel deze wereld:
Geef ons uw vrede.

Vredeswens
V.: De vrede van de Heer zij met u allen
A.: Zijn vrede ook met u!

Ieder kan zijn of haar naasten de “Vrede van Christus” wensen met een handdruk.

GEMEENSCHAP VAN BROOD EN BEKER

Ieder kan naar voren komen om
brood en wijn te ontvangen.

Tijdens de rondgang zingen cantorij en gemeente
herhaalde malen:

GEBED NA DE MAALTIJD

De tafel wordt afgeruimd, bekers en schalen worden weggebracht. Het witte kleed wordt verwisseld voor het paarse, als overgang naar de Goede Vrijdag. Ook de bloemen worden weggebracht. De tafelkaarsen worden gedoofd. Een kaarsje, aan de Paaskaars ontstoken, wordt onder het kruis geplaatst.

Slotlied: Lied 571 (Cantorij 1 en 3, allen 2 t/m 5)

1. In stille nacht houdt Hij de wacht waar alle and’ren slapen.
De ogen zwaar, de harten moe, hebben wij Hem verlaten.

3 Een beker vol van vreugdewijn heeft Hij met ons gedronken.
Een bitt’re kelk vol eenzaamheid hebben wij Hem geschonken.

4 In stille nacht heeft Hij volbracht de doortocht voor ons leven.
De nieuwe morgen van Gods trouw heeft Hij aan ons gegeven.

5 Tot aan het einde van de tijd zal ik zijn wachtwoord horen:
Waakt dan en bidt! Zo blijft Hij mij, en ik Hem toebehoren

ZEGENBEDE

A: Heer, blijf bij ons,
V: want het is avond en de nacht zal komen
A: Blijf bij ons en bij uw ganse kerk
V: aan de avond van de dag
aan de avond van het leven
aan de avond van de wereld
A: Blijf bij ons
V: met Uw genade en goedheid
met Uw troost en zegen
met Uw Woord en Sacrament
A: Blijf bij ons
V: wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst
de nacht van twijfel en aanvechting
de nacht van de strenge, bittere dood.
A: Blijf bij ons
V: in leven en in sterven
in tijd en eeuwigheid.
A: Amen

De viering wordt voortgezet op de Goede Vrijdag.

We verlaten de kerk terwijl we samen zingen:

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.