U kunt deze bijeenkomst rechtstreeks (en later) bekijken via deze link.
Met medewerking van het kamerkoor “Arti Vocali” o.l.v. J. Hamersma
Welkom
Kyrie uit “Liudgermis” – Jelke Hamersma
Tot de doden
Wij kunnen U niet meer bereiken
Wij komen een zintuig te kort
Wij leggen ons neer bij feiten
Dat gij minder en minder wordt
De enkele keren dat ge
In dromen nog ons verschijnt
Wordt ge al ijler en ijler
Tot ge voor altijd verdwijnt
Straten houden uw namen
Voor heden en morgen in stand
Maar onze kinderen brengen
Ze niet meer met u in verband
Het land ligt nog net als het toen lag
Van polder tot polder te kijk
De mensen die er in wonen
Blijven zichzelven gelijk
Maar éénmaal per jaar is de stilte
Tot de hemel toe van u vervuld
En belijden wij zonder woorden
Onze dankbaarheid, onze schuld
——————————————
uit het werk van Ed Hoornik (1910-1970)
We steken namens u allen twee kaarsen aan;
Herfsttij van de eeuw
Hij had beter moeten zijn dan de voorgaande,
die twintigste eeuw van ons. Dat haalt hij niet meer,
zijn jaren zijn geteld,
zijn tred wankel,
zijn adem kort.
Er is al te veel gebeurd,
dat niet had moeten gebeuren,
en wat had moeten komen
kwam niet.
Hij had de lente moeten brengen
en geluk, onder meer.
Angst had de bergen en de dalen moeten verlaten.
De waarheid had sneller dan de leugen
af moeten gaan op haar doel.
Een paar kwaden hadden
niet meer moeten geschieden,
bijvoorbeeld oorlog
en honger enzovoort.
Geacht zouden moeten worden,
de weerloosheid der weerlozen,
vertrouwen en dergelijke.
Wie zich over de wereld had willen verheugen,
staat voor een opgave
die onuitvoerbaar is.
Domheid is niet om te lachen.
Wijsheid is niet vrolijk.
Hoop
is niet langer dat jonge meisje
et cetera, helaas.
God had eindelijk moeten geloven in de mens –
goed en sterk,
maar goed en sterk
zijn nog steeds twee mensen.
Hoe moet ik leven – werd me in een brief gevraagd
door iemand die ik van plan was
datzelfde te vragen.
Opnieuw en zoals altijd,
zo ziet men maar weer,
bestaan er geen dringender vragen
dan naïeve vragen
W. Szymborska (Poolse dichteres)
Nunc dimittis – Charles V. Stanford
Onverschilligheid
Ik heb altijd geloofd dat
het tegengestelde van liefde niet haat is,
maar onverschilligheid,
het tegengestelde van kunst niet lelijkheid,
maar onverschilligheid,
het tegengestelde van leven niet dood,
maar onverschilligheid jegens beide,
het tegengestelde van vrede niet oorlog,
maar onverschilligheid jegens beide.
Het tegengestelde van cultuur, schoonheid,
edelmoedigheid is onverschilligheid.
Dat is de vijand.
En daarom geloof ik
dat literatuur of kunst
of schrijven of onderwijzen
of werken voor de mensheid
maar één doel heeft:
vechten tegen de onverschilligheid.
Eliëzer (Elie) Wiesel
Turn Thee again – Thomas Attwood
Niet vergeten,
Ik heb de doden nooit gezien,
de angst, de massagraven,
ik heb de honger niet gekend,
de kille, grauwe dagen.
Ik heb de cellen niet gezien,
ik heb geen vriend verloren,
ik heb er niets van meegemaakt,
ik ben daarna geboren.
Maar ik heb de foto’s wel gezien,
van stuk geschoten huizen,
het grijze oorlogsmonument,
de reeksen witte kruisen.
Wat hebben wij er van geleerd,
de oorlog blijft ons dreigen,
daarom zal ik de vierde mei,
toch eerbiedig blijven zwijgen.
Ron Schröder