Liturgie voor de viering op Stille Zaterdag (3 april 2021) vanuit de Vennekerk

Deze dienst is te beluisteren via http://www.kerkomroep.nl en te bekijken via http://www.vennekerk.nl

Bij de liturgie

Op Stille Zaterdag vieren we tijdens de Paaswake dat aan de nacht van lijden en dood een einde is gekomen. We lezing  uit de Bijbel verhalen, die vertellen van Gods grote daden in de geschiedenis. Het licht van de nieuwe paaskaars wordt de kerk ingedragen als teken van het overwinnend licht van Christus’ Opstanding. Na de lezing van het opstandingsevangelie steken de aanwezigen hun wakekaarsje aan de nieuwe Paaskaars – en u kunt het thuis doen door een kaarsje aan te steken. “Sta op!” horen we zingen en maken een kring van licht in de kerkruimte: wij zijn mensen in het licht van Christus .We gedenken in deze nacht van de hoop onze eigen doop als teken van het nieuwe leven dat God met ons begonnen is. En we spreken opnieuw ons geloof uit. We worden tenslotte gezegend heengezonden

Voorgangers Ds. Ariaan Baan
Ds. Gert Wybe van der Werff
Ouderling & lector Boukje Haan
Diacen & lector Anja Meijer-Komdeur
Organist Bouko Tiggelaar

De kerk is donker, we beginnen in stilte….

Tekst 

Gebed

Lied: Psalm 130: 1,3

Uit diepten van ellende  roep ik tot U,o Heer.
Gij kunt verlossing zenden,  ik werp voor U mij neer.
O Laat uw oor zich neigen  tot mij, tot mijn gebed.
Laat mij gehoor verkrijgen,  red mij, o Here, red!

Ik heb mijn hoop gevestigd  op God den Heer die hoort.
Mijn hart, hoezeer onrustig,  wacht zijn verlossend woord.
Nog meer dan in de nachten  wachters het morgenlicht,
blijf ik, o Heer,verwachten  uw lichtend aangezicht.

GEDENKEN VAN GODS GROTE DADEN

Vraag: Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?
Antwoord: Deze nacht gedenken wij dat God  zijn volk bevrijdde uit de slavernij in Egypte en droogvoets door de zee liet trekken.
We gedenken dat God opnieuw zijn volk uitleidde uit de ballingschap in Babel en dat hij voortgaat te bevrijden allen die lijden onder onderdrukking.
In deze nacht waken wij en wachten op God.
Op de ommekeer. Op een licht dat schijnt in de duisternis.
Op nieuw leven.
En terwijl we wachten gedenken we Gods grote daden door teksten uit de hele Schrift te lezen, oerverhalen over verlossing uit de duisternis van de dood.

Eerste Schriftlezing: Genesis 2:1-5

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.

Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.

Antwoordlied: Psalm 8: 1,3

Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven-
machtige God, Gij die uw majesteit
ten hemel over ons hebt uitgebreid.

Aanschouw ik ’s nachts het kunstwerk van uw handen,
de maan, de duizend sterren die daar branden,
wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt,
het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?

Tweede schriftlezing: Exodus 14: 30-15:1

Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor de HEER en stelden ze hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes. Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER:

‘Ik wil zingen voor de HEER,
zijn macht en majesteit zijn groot!
Paarden en ruiters wierp hij in zee.
De HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer,
de HEER kwam mij te hulp.
Hij is mijn God, hem wil ik eren,
de God van mijn vader, hem loof en prijs ik.

Antwoordlied: Psalm 78: 5

Toen onze vaadren in Egypte waren,
toen deed Hij hen zijn wonderen ervaren.
Hij bracht hen veilig met een hand van liefde
dwars door de zee, toen Hij het water kliefde
en rechts en links tot staan bracht als een muur.
Hij ging hen in wolkkolom en vuur.

Stilte

Gebed

Derde Schriftlezing: Jesaja 54:8-10

Ik verborg mijn gezicht voor je in laaiende toorn, één ogenblik lang, maar ik zal me weer over je ontfermen met eeuwigdurende liefde, zegt de HEER, die je vrijkoopt. Dit is voor mij als bij de vloed van Noach: zoals ik heb gezworen dat het water van Noach nooit meer de aarde zou overspoelen, zo zweer ik dat mijn toorn jou niet meer treft en dat ik je nooit meer bedreig. Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de HEER, die zich over je ontfermt.

Antwoordlied: Psalm 30: 1, 2

Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd
dat vreugd mijn vijand heeft verhoogd!
Mijn God, om hulp riep ik U aan,
en Gij schonkt mij dit nieuw bestaan!
Het donker doodsrijk met zijn dreiging
werd tot een schaduw die voorbijging.

Heft tot zijn eer een lofzang aan,
gij die den Heer zijt toegedaan.
Zijn gramschap duurt een kleine tijd,
een leven zijn goedgunstigheid.
Die wenend ’s nachts is neergezegen
gaat met gejuich het zonlicht tegen.

Stilte

Gebed

Vierde schriftlezing: Sefanja 3:17-20

De HEER, je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen. Alle treurenden zal ik bijeenbrengen, verzamelen wie op je feesten moesten ontbreken. Hun vernedering drukte zwaar op de stad. In die tijd zal ik afrekenen met je verdrukkers, de kreupelen zal ik redden, de verstrooiden bijeenbrengen. En hen die in de hele wereld werden veracht zal ik met eer en roem overladen. In die tijd breng ik jullie terug. Ik zal jullie verzamelen, je zult met eer en roem overladen worden door alle volken op aarde. Met eigen ogen zullen jullie zien hoe ik je lot ten goede keer – zegt de HEER.

Antwoordlied: Psalm 30:  3, 5

Hoe zorgeloos had ik gedacht
dat ik, bevestigd door uw kracht,
o Here, boven elk gevaar
stond als een berg, onwankelbaar!
Maar nauwlijks hieldt Gij U verborgen,
of mij omringden schrik en zorgen.

Gij hebt mijn weeklacht en geschrei
veranderd in een blijde rei!
Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan,
uw vreugdekleed deedt Gij mij aan,
dat ik zou zingen tot uw ere
in eeuwigheid, mijn God, mijn Here!

Stilte

Gebed

DE INTOCHT VAN HET LICHT

Lied: Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft     (Taizé)

De nieuwe Paaskaars wordt binnengedragen.  We gaan staan

DE LOF VAN HET LICHT

 v: Christus, gisteren en heden en toekomst.
Begin en Einde – Alfa en Omega
Hem behoren tijd en eeuwigheid,
Heerlijkheid en heerschappij,
in de eeuwen der eeuwen.
a: Amen

v: Het licht van Christus
die in heerlijkheid verrezen is,
moge de duisternis
uit ons leven verdrijven.
De nacht is voorbijgegaan,
de dag is aangebroken:
de zon der gerechtigheid
gaat over ons op.
a: Amen

HET EVANGELIE VAN DE OPSTANDING: Marcus 16: 1-8

Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen. Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’ Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.

Onder het lied ontsteken we onze kaarsjes.

Lied: 630: 1,2,4

Sta op! Een morgen ongedacht,
Gods dag is aangebroken,
er is in een bewogen nacht
een nieuwe lente ontloken.
Het leven brak door aarde en steen,
uit alle wondren om u heen
spreekt, dat God heeft gesproken.

Hij heeft gezegd: Gij mens, kom uit,
open uw dode oren;
kom uit het graf dat u omsluit,
kom uit en word geboren!
Toen heeft zich in het vroegste licht
de nieuwe Adam opgericht,
ons allen lang tevoren.

Sta op! Hij gaat al voor ons uit,
de schoot van ’t graf ontkomen.
De morgen is vol nieuw geluid,
werp af uw boze dromen.
Waar Hij, ons Hoofd, is voorgegaan,
is voor het lichaam nu vrij baan
naar een bestaan volkomen.

DOOPGEDACHTENIS

 v: In deze nacht gedenken wij ook onze eigen doop. Wij gedenken zodat opnieuw de betekenis van onze doop en onze belijdenis tot ons doordringt. Wij mogen en kunnen ons vanavond opnieuw toewijden aan Koning Jezus en zijn rijk. Vanavond kan voor ons een ommekeer zijn. Een nieuw begin. Een nieuw geloof

Water wordt in het doopvont gegoten

Broeders en zusters,
in de doop zijn wij met Christus begraven
om met Hem ten leven te worden opgewekt.
Daarom vraag ik u
Wilt u de HEER uw God dienen
en naar zijn stem alleen horen?
a: Ja, dat wil ik!

v: Wilt ge u verzetten tegen alle machten
die als goden over ons willen heersen?
a: Ja, dat wil ik!

v: Wilt u ieder slavenjuk afwerpen
en leven in de vrijheid van Gods kinderen?
a: Ja, dat wil ik!

v: Schaamt u dan niet de Christus te belijden,
want het evangelie is een kracht Gods
tot behoud van ieder die gelooft;

Belijdenis

 v: Zo zijn we geroepen om steeds weer de oude mens achter ons te laten en te leven als kinderen van het Licht.
En belijden wij met de kerk van alle eeuwen en alle plaatsen ons geloof:

Ik geloof in God, de Vader.
Hij is de bron van alle leven
en houdt van alles wat bestaat.

Ik geloof in Jezus Christus, zijn Zoon.
Hij was een mens zoals wij.
In Hem was God midden de mensen.
Hij was goed tot het uiterste.
Daarom verrees Hij tot nieuw leven
en blijft Hij voor alle mensen een licht en een voorbeeld.

Ik geloof dat het evangelie van Jezus een Blijde boodschap
brengt voor alle mensen van alle tijden.
Ik geloof dat wij zijn spoor moeten volgen
en vrede en eenheid bewerken tussen alle mensen.

Ik geloof in de Heilige Geest die stuwt tot leven
en die in volheid aanwezig was in Jezus Christus.
Die Geest blijft ook werken in de Kerk
en overal waar leven groeit en liefde bloeit.

Ik geloof dat God zijn mensen nooit loslaat
en dat het goede het eens zal halen op het kwade.

Ik geloof dat in Jezus het leven zegeviert over de dood voor alle eeuwigheid.
Amen.

Heenzending en zegen

Orgelspel lied 608  “De steppe zal bloeien”