Liturgie bij de dankdienst op 17 maart 2021 vanuit de Vennekerk

 

Aanvang 10:30 uur (live te volgen via www.vennekerk.nl/kerkdiensten)
Voorganger Ds. Bert L. van der Woude
Ouderling Janny van Lang
Organist Bouko Tiggelaar
Pianist Harm Pals
Solozang Eppe Bodde

Orgelspel

Woord van welkom

Stil Gebed

Bemoediging en Groet

Aansteken van de tafelkaarsen             door Geert

Lied: Franz Schubert, Der Lindenbaum

Uit Winterreise, opus 89, nr. 5)                 door Eppe Bodde

Am Brunnen vor dem Tore (Aan de bron voor de poort)
Da steht ein Lindenbaum (Daar staat een lindenboom)
Ich träumt’ in seinem Schatten (Ik droomde in zijn schaduw)
So manchen süßen Traum (Zo menig zoete droom)

Ich schnitt in seine Rinde (Ik sneed in zijn bast)
So manches liebe Wort (Zo menig lief woord)
Es zog in Freud und Leide (In vreugde en leed)
Zu ihm mich immer fort. (Trok hij mij altijd naar zich toe)

Ich musst’ auch heute wandern (Ook vandaag moet ik zwerven)
Vorbei in tiefer Nacht (Voorbij in diepe nacht)
Da hab ich noch im Dunkel (Toen heb ik nog in ‘t donker)
Die Augen zugemacht (mijn ogen toegesloten)

Und seine Zweige rauschten (En zijn twijgen ruisten)
Als riefen sie mir zu: (Als riepen zij mij toe)
Komm her zu mir, Geselle (Kom hier bij mij, vriend)
Hier find’st du deine Ruh (Hier zul je je rust vinden)

Die kalten Winde bliesen (De koude winden bliezen)
Mir grad ins Angesicht (Mij recht in het gezicht)
Der Hut flog mir vom Kopfe (De hoed vloog mij van ‘t hoofd)
Ich wendete mich nicht (Ik keerde mij niet om)

Nun bin ich manche Stunde (Nu ben ik in menig uur)
Entfernt von jenem Ort (Ver weg van gene plaats)
Und immer hör ich’s rauschen (En altijd hoor ik ‘t ruisen)
Du fändest Ruhe dort (Je zult rust vinden daar)
Du fändest Ruhe dort (Je zult rust vinden daar)

Gebed

Woorden van herinnering          door Anne Mieke en Peter

Muziek: ‘Tears in Heaven’ (Gregorian)

Would you know my name (Zou je m’n naam nog weten)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)
Would it be the same (Zou het nog hetzelfde zijn)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)

I must be strong (Ik moet sterk zijn)
And carry on (En doorgaan)
‘Cause I know I don’t belong (Want ik weet dat ik er niet hoor)
Here in heaven (Hier in de hemel)

Would you hold my hand (Zou je m’n hand vasthouden)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)
Would you help me stand (Zou je me helpen op te staan)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)
I’ll find my way (Ik zal mijn weg vinden)
Through night and day (Door nacht en dag)

‘Cause I know I just can’t stay (Want ik weet dat ik gewoon niet kan)
Here in heaven (Blijven /Hier in de hemel)

Time can bring you down (De Tijd kan je ten val brengen)
Time can bend your knees (De Tijd kan je knieën buigen)
Time can break your heart (De Tijd kan je hart breken)
Have you begging please, (Je laten smeken alsjeblieft,)
begging please (smeken alsjeblieft)

Beyond the door (Achter de deur)
There’s peace I’m sure (Is er vrede, daarvan ben ik zeker)
And I know there’ll be no more (En ik weet dat ze er niet meer zullen zijn)
Tears in heaven (Tranen in de  hemel)

Would you know my name (Zou je m’n naam weten)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)
Would you be the same (Zou jij nog dezelfde zijn)
If I saw you in heaven? (Als ik je in de hemel zag?)

I must be strong (Ik moet sterk zijn)
And carry on (En doorgaan)
‘Cause I know I don’t belong (Want ik weet dat ik er niet hoor)
Here in heaven (Hier In de hemel)

‘Cause I know I don’t belong (Want ik weet dat ik er niet hoor)
Here in heaven (Hier In de hemel)

Woorden van herinnering         door Trijnko Pelgrim

Muziek: Robert Schumann                       door Eppe Bodde

I Widmung (uit Myrthen, opus 25)

Du meine Seele, du mein Herz, (Jij mijn ziel, jij mijn hart)
Du meine Wonn’, O du mein Schmerz, (jij mijn vreugde, jij mijn smart)
Du meine Welt, in der ich lebe, (jij mijn aarde waarop ik leef)
Mein Himmel du, darein ich schwebe, (Mijn hemel jij, waarnaar ik zweef)
O du mein Grab, in das hinab (O jij mijn graf, waarin ik omlaag)
Ich ewig meinen Kummer gab. (mijn zorg voor eeuwig borg.)

Du bist die Ruh, du bist der Frieden, (Jij bent de rust, jij bent de vrede)
Du bist vom Himmel mir beschieden. (Jij bent uit de hemel mij gegeven)
Daß du mich liebst, macht mich mir wert, (Jouw liefde maakt mij voor mij van waarde)
Dein Blick hat mich vor mir verklärt, (Jouw blik tilt mij voor mij boven de aarde)
Du hebst mich liebend über mich, (Jij verheft mij liefhebbend boven mijzelf)
Mein guter Geist, mein beßres Ich! (Mijn goede geest, mijn betere ik!)

Du meine Seele, du mein Herz, (Jij mijn ziel, jij mijn hart)
Du meine Wonn’, O du mein Schmerz, (Jij mijn vreugde, jij mijn smart)
Du meine Welt, in der ich lebe, (Jij mijn wereld, waarin ik leef)
Mein Himmel du, darein ich schwebe, (Mijn hemel jij, waarnaar ik zweef)
Mein guter Geist, mein beßres Ich! (Mijn goede geest, mijn betere ik!)

II Im wunderschönen Monat Mai

(uit de cyclus Dichterliebe, opus 48, nr. 1)

Im wunderschönen Monat Mai, (In de wonderschone maand van mei)
Als alle Knospen sprangen, (Toen alle knoppen opensprongen)
Da ist in meinem Herzen (Toen is in mijn hart)
Die Liebe aufgegangen. (De liefde opgekomen.)

Im wunderschönen Monat Mai, (In de wonderschone maand van mei)
Als alle Vögel sangen, (Toen alle vogels zongen)
Da hab ich ihm gestanden (Toen heb ik hem bekend)
Mein Sehnen und Verlangen. (Mijn hartstocht en verlangen.)

Schriftlezing:  Matteüs 25 : 1-13

 1 Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes
die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom tegemoet.
2 Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs.
3 De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie.
4 De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich.
5 Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in.
6 Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom!
Kom, ga hem tegemoet.”
7 Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde.
8 De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze:
“Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.”
 9 De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.”
10 Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom,
en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd.
11 Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes.
Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!”
12 Maar hij antwoordde:
“Ik ken jullie werkelijk niet.”
13 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en
op welk tijdstip hij komt.

Overdenking

Orgelmuziek:

Stromen van zegen (lied JdH 57 en improvisatie)

Er komen stromen van zegen.
Dat heeft Gods woord ons beloofd;
Stromen, verkwikkend als regen,
vloeien tot elk die gelooft.

Refrein:
Stromen van zegen,
komen als plasregens neer.
Nu vallen drupp’len reeds neder
Zend ons die stromen, O Heer.

Er komen stromen van zegen,
Heerlijk verkwikkend zal ’t zijn:
op de valleien en bergen
zal er nieuwe leven dan zijn.
Refrein

Er komen stromen van zegen
Zend ons die Heilstroom nu neer!
Geef ons die grote verkwikking;
Geef z’ons voortdurend, o Heer!
Refrein

Dankzegging en voorbeden

Lied: Franz Schubert:

Der Wegweiser (uit Winterreise, Opus 89, nr.20)         door Eppe Bodde

Was vermeid’ ich denn die Wege, (Wat mijd ik toch die wegen)
Wo die ander’n Wand’rer geh’n, (Waar andere wandelaars gaan,)
Suche mir versteckte Stege, (Zoek voor mij verborgen stegen)
Durch verschneite Felsenhöh’n ? (Door besneeuwde rotshoogten?)

Habe ja doch nichts begangen, (Ik heb toch niets misdaan)
Daß ich Menschen sollte scheu’n, – (Waardoor ik de mensen zou schuwen)
Welch ein törichtes Verlangen (Welk dwaas verlangen)
Treibt mich in die Wüstenei’n ? (Drijft mij naar de woestenij?)

Weiser stehen auf den Straßen, (Wijzers staan er op de straten)
Weisen auf die Städte zu. (Wijzers die wijzen naar de steden.)
Und ich wandre sonder Maßen (En ik zwerf steeds buiten mate)
Ohne Ruh’ und suche Ruh’. (Zonder rust en zoek juist rust.)

Einen Weiser seh’ ich stehen (Eén zo’n wijzer zie ik staan)
Unverrückt vor meinem Blick; (onbewogen voor mijn blik)
Eine Straße muß ich gehen, (Één weg zal ik moeten gaan)
Die noch keiner ging zurück. (Daar kwam niemand van terug.)

Zegen

Tijdens het uitdragen klinkt het lied

Con te partirò van Andrea Bocelli

 Quando sono solo (Wanneer ik alleen ben)
sogno all’orizzonte (droom ik naar de horizon)
e mancan le parole. (en ontbreken de woorden.)
Si, lo so che non c’è luce (Ja ik weet dat er geen licht is)
in una stanza quando manca il sole (in een kamer, als de zon ontbreekt.)
se non ci sei tu con me, con me. (als jij er niet bent, bij mij, bij mij…)

Su le finestre (Laat, door het raam,)
mostra a tutti il mio cuore (aan iedereen mijn hart zien)
che hai acceso. (Waarin jij bent binnengekomen)
Chiudi dentro me (Sluit binnen in mij)
la luce che (het licht op)
hai incontrato per strada. (dat je op straat bent tegengekomen.)

Con te partirò. (Met jou zal ik weggaan…)
Paesi che non ho mai (Landen die ik nooit)
veduto e vissuto, con te (heb gezien en beleefd met jou,)
adesso, si, li vivrò. (ja, nu zal ik ze beleven.)
Con te partirò (Met jou zal ik weggaan…)
su navi per mari (Op schepen, over zeeën)
che io, lo so, (waarvan ik weet)
no, no, non esistono più. (dat ze niet meer bestaan.)
Con te, io li vivrò. (Met jou zal ik ze beleven…)

Quando sei lontana (Wanneer je ver weg bent)
sogno all’orizzonte (droom ik naar de horizon)
e mancan le parole. (en ontbreken de woorden.)
E io, si, lo so (En ja, ik weet het,)
che sei con me, con me. (dat je bij me bent, bij mij)
Tu, mia luna, tu sei qui con me. (Jij, mijn maan, jij bent hier bij mij)

Mio sole, tu sei qui con me, (Mijn zon, jij bent hier bij mij,)
con me, con me, con me. (bij mij, bij mij, bij mij …)

Con te partirò. (Met jou zal ik weggaan…)
Paesi che non ho mai (Landen die ik nooit)
veduto e vissuto, con te (heb gezien en beleefd met jou,)
adesso, si, li vivrò. (ja, nu zal ik ze beleven.)
Con te partirò (Met jou zal ik weggaan…)
su navi per mari (Op schepen, over zeeën)
che io, lo so, (waarvan ik weet)
no, no, non esistono più. (dat ze niet meer bestaan.)
Con te, io li rivivrò. (Met jou zal ik ze beleven…)

Con te partirò (Met jou zal ik weggaan…)
su navi per mari (Op schepen, over zeeën)
che io, lo so, (waarvan ik weet)
no, no, non esistono più. (dat ze niet meer bestaan.)
Con te, io li rivivrò. (Met jou zal ik ze beleven…)
Con te partirò, (Met jou zal ik weggaan…)
io, con te. (Ik met jou!)

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.