Deel 4
Tijdens het werken aan zijn proefschrift doet Bonhoeffer mee aan de zondagsschool van de Grunewaldkerk. Het is een verplicht onderdeel van zijn eerste theologische examen.Zijn preken zijn heel direct en emotioneel. Hij probeert daarmee aan te sluiten bij de ervaringswereld van de kinderen. Als hij de Tien Geboden moet uitleggen begint het met de woorden:
‘Jullie mogen mij allemaal antwoord geven op de eerste vraag. Wat is mooier: School of vakantie? Zouden er echt een paar braveriken zijn die zeggen: school is mooier? Ach nee, dat geloof ik niet.’
Van hieruit neemt hij de kinderen mee naar het onderscheid tussen vrijheid en dwang. Het punt dat hij wil maken is het besef dat dwang tegelijk vrijheid kan zijn als je het gevraagde graag doet. Hij hoopt dat de kinderen zullen begrijpen dat de Tien Geboden het leven niet beperken, maar makkelijk te houden zijn voor wie God liefheeft.Blijkbaar was Bonhoeffer geliefd bij de kinderen. Enkelen van hen kwamen nog met hem samen in het voorjaar van 1927 in een jongerengespreksgroep. Ze hadden het over politieke, culturele en theologische vragen en bezochten samen muzikale evenementen.
Buitenlandse ervaringen
Belangrijk en bijzonder in het leven van Bonhoeffer zijn de verschillende buitenlandse ervaringen die hij als jonge man kan opdoen.Na zijn eerste theologische examen krijgt Bonhoeffer de kans om als hulppredikant naar Barcelona te gaan om daar een Duitse gemeente te dienen. Graag wil hij zijn horizon verbreden en overlegt met zijn ouders wat hij zal doen. In het dagboek dat hij bijhoudt schrijft hij dat het besluit ‘vanzelf kwam’. Dat gebeurt hem vaak. Van tevoren weet hij niet wat hij moet doen, maar als een situatie zich aandient, komt hij meer instinctief dan intellectueel tot een besluit. Dit patroon zal zich op meerdere kruispunten van zijn leven herhalen.Voor Bonhoeffer wordt de tijd in Barcelona zoals hij later schrijft de ‘eerste ontmoeting met de oecumenische christenheid.’ Hier beseft hij voor het eerst dat de christelijke kerk geen nationale maar een wereldwijde grootheid is. Dit inzicht is beslissend voor zijn latere inzet in de oecumenische beweging, maar ook voor zijn inzet voor de vrede en zijn verzet tegen het nationalistische denken van de ‘Duitse christenen’.In deze tijd maakt hij verschillende reizen door Spanje en kom o.a. in Madrid, Mallorca, Andalusië en zelfs Marokko. Daar, in Noord-Afrika, komt hij in aanraking met de Islam. De indrukken die hij er opdoet zullen hem nooit meer loslaten.
Concurrentie
Het werk in de gemeente is allesbehalve makkelijk. Hij kan redelijk opschieten met zijn begeleider Friedrich Olbricht. Toch blijven ze ergens vreemden voor elkaar. In de brieven die hij vanuit Barcelona schrijft wordt duidelijk dat er een soort concurrentiesituatie ontstaat. Nadat Bonhoeffer kennis heeft gemaakt met zijn gemeente en regelmatig voorgaat, blijkt dat het matige kerkbezoek toeneemt wanneer hij preekt. Het brengt Olbricht ertoe om niet meer van tevoren af te kondigen wie er voorgaat. Dit belet Bonhoeffer echter niet om zijn Berlijnse ervaringen in te zetten en ook in Barcelona de zondagsschool tot bloei te brengen.Een deel van het gemeentewerk betreft het bieden van hulp aan in nood geraakte Duitsers. De moeilijke economische omstandigheden van de jaren twintig hebben velen getroffen. Zij melden zich bij het spreekuur en uit de brieven van Bonhoeffer blijkt dat hij de nodige moeite heeft met dit werk.
‘Tijdens de afwezigheid van de predikant sta ik er alleen voor bij het spreekuur van de hulpverlening dat elke morgen van 9 tot 11 uur duurt. Meestal is het geen vrolijk begin van de dag, al is het heel instructief en interessant. Eigenlijk liegen ze voortdurend tegen je – wat je er pas achteraf uitkrijgt – en het komt maar zelden voor dat je werkelijk graag en met een goed geweten helpt en dat is eigenlijk jammer.’
Toch brengt dit werk met zich mee dat Bonhoeffer een ongewone openheid ontwikkelt voor mensen van allerlei slag. Hij leert te onderscheiden tussen wie zich christelijk noemen en wie het werkelijk zijn. Later in gevangenis zal hij dit vermogen nog verder ontwikkelen.
‘Je ontmoet hier de mensen zoals ze werkelijk zijn, ver van de maskerade van de ‘christelijke wereld’. Mensen met allerlei passies, misdadige types, geringe mensen met geringe doelen, driften en misdaden – al met al zijn het mensen die zich thuisloos voelen in dubbele zin en die ontdooien als iemand vriendelijk met ze praat – echte mensen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik de indruk heb dat deze mensen eerder onder de genade dan onder de toorn staan, terwijl juist de christelijke wereld eerder onder de toorn dan onder de genade staat.“Al vragen zij niet naar mij, toch laat ik me raadplegen, en al zoeken ze mij niet, toch laat ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord ik: ‘Hier ben ik, hier ben ik.’ (Jes. 65,1)’
Lezingen
Naast de preken houdt Bonhoeffer enkele lezingen voor de gemeente. Hierin laat hij de ongebroken passie van een jonge man zien en worden de theologische beslissingen voorbereid die hij later zal nemen en die een grote betekenis zullen krijgen. In een lezing over de oudtestamentische profeten benoemt Bonhoeffer de onzekere omstandigheden na de eerste wereldoorlog en de moeilijke sociale en economische omstandigheden in Europa. Streng vermaant hij zijn toehoorders:
‘Onze tijd raakt uit z’n voegen. De levenskracht van ons volk, van Europa lijkt gebroken. Uit alle hoeken en gaten grijnst de tronie van de decadentie, het gebrek aan moraal, het cynisme en het bederf. Tegenover dit alles geldt dat we eenvoud moeten nastreven … een volk dat zich weer op wil richten moet ernst maken met Gods wil en moet ernst maken met een moreel hoogstaand leven. Alles wat een volk overkomt is rechtvaardig en verdiend, want door God gezonden. Het komt erop aan de gevolgen onder ogen te zien en ze te dragen als een last die God ons oplegt.’
Het wezen van het christendom
In een lezing die Bonhoeffer houdt over het ‘wezen van het christendom’ komt voor het eerst het onderscheid naar voren tussen ‘religie’ en ‘geloof’, dat hij ontleent aan de theologie van Karl Barth.Dit onderscheid blijft relevant voor Bonhoeffer al zal hij er heel duidelijk zijn eigen accenten bij zetten. Terwijl religie een menselijke poging is om bij God uit te komen, begint geloof bij de weg van God naar de mensen. Een weg die God in Christus is gegaan. In diezelfde lezing brengt hij nog een onderscheid ter sprake dat bepalend zal worden voor zijn denken.Hier gaat het om het onderscheid tussen systeem of principe aan de ene kant en geleefde historische existentie aan de andere kant. Wie met vooropgezette ideeën of principes de werkelijkheid benadert, die neemt niet werkelijk waar, maar kleurt alles naar zijn eigen beeld. Wie echter waarlijk open staat voor de werkelijkheid zal worden bevrijd van zijn vooroordelen.De werkelijkheid zal hem op een weldadige manier van z’n stuk brengen. Alleen zo leer je wat leven is.
Bert L. van der Woude
Wordt vervolgd