Dietrich Bonhoeffer, vroom en radicaal. Deel 3

Santa Trinita dei Monti

Deel 3

In het voorjaar van 1923 begon Dietrich Bonhoeffer aan zijn studie theologie in Tübingen. Daarmee ging hij naar de universiteit waar ook zijn vader had gestudeerd en hij werd zelfs lid van dezelfde studentenvereniging ‘Egel’. Tijdens zijn Tübinger studententijd nam hij twee weken deel aan militaire oefeningen. Dan had hij dat maar gehad en in geval van nood zou hij nu mee kunnen helpen.

Rome

De theologie zelf kon hem maar matig boeien. Wel volgde hij met belangstelling de colleges filosofie over kennisleer. Dat zou hem jarenlang niet meer loslaten. Na twee semesters hield hij het niettemin voor gezien en besloot terug te keren naar Berlijn. Daarvóór maakte hij echter met zijn broer Klaus een twee maanden durende reis naar het zuiden. De indrukken die hij daar op deed zouden richtinggevend blijken. In het voorjaar van 1924 gingen ze eerst met z’n tweeën naar Rome, de eeuwige stad met z’n overblijfselen uit de klassieke oudheid en het christendom. Tegelijk was Rome een bruisende wereldstad, die diepe indruk op hem maakte. Na een mis in de Santa Trinitá dei Monti (bovenaan de Spaanse trappen) die destijds toebehoorde aan een zusterorde, schreef Dietrich Bonhoeffer in zijn dagboek dat hij tijdens de vesper bij de zusters ‘godsdienst in de ware zin’ had beleefd: ‘een ongekend zuivere indruk van diepe vroomheid’. Zijn dagboeknotitie sluit met de woorden:

‘Het was een heerlijke dag geweest, de eerste dag dat werkelijk iets van het katholicisme tot mij doordrong. Geen romantiek maar iets waardoor ik begin te begrijpen wat ‘kerk’ is’.

Voor een theologiestudent is dat wellicht een verrassende uitspraak. We moeten echter bedenken dat zijn familie geen kerkdiensten bezocht en dat voor Dietrich Bonhoeffer het samen kerkzijn nog geen betekenis had in het begin van zijn studententijd. Pas in Rome werd Bonhoeffer duidelijk dat voor het christenzijn de zichtbare kerk en de gezamenlijke diensten van wezenlijk belang zijn.

De mogelijkheid om in de kerk ter biecht te gaan en vergeving te ontvangen fascineerde hem. Want in de biecht ervaart de gelovige heel concreet dat hij er niet alleen voorstaat, maar zich binnen een kring van gelovigen bevindt:

’s Middags gingen we naar de Santa Maria Maggiore, een grote biechtdag. Alle biechtstoelen waren bezet en omringd door wachtende gelovigen. Men ziet hier tot mijn vreugde veel ernstige gezichten op wie alles wat men tegen het katholicisme inbrengt niet van toepassing is… De biecht hoeft niet te leiden tot ‘angstvalligheid’ … ze is, voor wie religieus verder kijkt, de concretisering van het idee kerk, die zich voltrekt in biecht en absolutie.

De indruk die hij in Rome opdeed van de reële kerk moet diep zijn geweest. Het leidde er toe dat Bonhoeffer zowel in zijn proefschrift als in het werk dat hij moest schrijven voor zijn habilitatie (in Duitsland een tweede promotie, waarna men zichzelf ‘Privaatdocent’ mag noemen) zich bezighield met de vraag welke rol de kerk vanuit de Lutherse traditie voor het geloof speelt.

Eerst ging hij samen met z’n broer nog naar Sicilië, maakte een overtocht naar Tripolis en keerde uiteindelijk via Rome terug naar Berlijn. 

Liberale theologie

Aan de theologische faculteit van de Friedrich-Wilhelms-Universiteit in Berlijn doceerden de grote theologen van destijds. Weliswaar was de beroemde kerkhistoricus Adolf von Harnack in 1921 al met emeritaat gegaan, maar hij bood nog werkcolleges aan voor een kleine kring studenten. Ook Bonhoeffer werd daarvoor uitgenodigd. Samen lazen ze teksten uit de eerste eeuwen van het Christendom. Bonhoeffer was onder de indruk van deze oude meester van de liberale theologie.

Adolf von Harnack

Vanuit de liberale theologie bekritiseerde men de dogma’s van de kerk en benadrukte de individuele geloofsbeleving van de enkeling. Dat Bonhoeffer naast bewondering ook kritiek had kwam door zijn kennismaking met het werk van Karl Barth. Deze Zwitserse theoloog die samen met Luther de grootste invloed had op het denken van Bonhoeffer stond kritisch tegenover wat hij ‘religie’ noemde. Met religie bedoelde Barth de menselijke pogingen om bij God uit te komen.

Barth benadrukte juist het omgekeerde. Een mens komt nooit bij God uit, God moet zich openbaren aan mensen. Op de relatie tussen Bonhoeffer en Barth kom ik nog terug.

Gemeenschap van gelovigen

Als onderwerp voor zijn proefschrift, dat hij als 21-jarige summa cum laude (met de hoogste lof) afsloot, koos Bonhoeffer de kerk. Bonhoeffer richtte zijn aandacht op de mens als sociaal wezen.

Wat een mens is, kenmerkt zich niet in de eerste plaats door zijn verstand of ratio (zoals de filosofen van de Verlichting benadrukten) maar een mens is iemand die pas tot zijn of haar recht komt in contact met anderen. Dit contact maakt een besef van verantwoordelijkheid los en dat besef maakt een mens tot mens. Wie hij zelf is herkent een mens pas als hij daadwerkelijk een ander mens tegenkomt die een beroep op hem doet. Op dat moment wordt een mens een persoon. Als dit het is wat een mens uittekent, dus dat hij een sociaal wezen is, dan geldt dat ook voor een christen. Bonhoeffer is ervan overtuigd dat je niet alleen voor jezelf christen kunt zijn, maar alleen binnen de gemeenschap van gelovigen, ofwel de Communio Sanctorum (gemeenschap der heiligen), zoals de titel van zijn proefschrift luidt. Pas in het geloof wordt de mens zich ten volle bewust van zijn sociale kern. In het geloof voltrekt zich een volkomen nieuwe oriëntatie in het menselijk bestaan. Terwijl de mens in de zonde een puur eisende positie inneemt tegenover de ander en alles draait om hemzelf, is hij in het geloof vrij van die betrokkenheid op zichzelf en open voor anderen. Dit is geen theologisch ideaal, maar gebeurt volgens Bonhoeffer heel concreet waar mensen met elkaar kerk zijn, dat wil zeggen een dienst houden, er voor elkaar zijn, voor elkaar bidden en elkaar zonden vergeven. Daar wordt het werkelijkheid dat christenen door hun geloof in Christus zich altijd binnen een gemeenschap bevinden. Bonhoeffer beschrijft deze gemeenschap – en dat was nieuw in die tijd – met sociologische methoden. Toch is de kerk meer dan dat wat zich sociologisch laat beschrijven….

Wordt vervolgd 

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.