Tijdens het komende Kerstfeest zullen we opnieuw bekende en geliefde kerstliederen zingen. Het ‘Gloria in Excelsis Deo” zal klinken, ’Stille nacht, Heilige nacht’ en ‘Ere zij God.’
Deze drie liederen brengen ons naar het veld van Efrata, niet ver van Betlehem. Dat het Christuskind in Betlehem wordt geboren heeft een voorgeschiedenis en dat geldt ook voor het veld waar de herders ’s nachts over hun kudde waken. Bij de profeet Micha (één van de twaalf kleine profeten uit het Oude Testament) is namelijk te lezen:
‘Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren,
uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.
Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.’
(Micha 5: 1)
Niet iedereen zal onmiddellijk weten wie deze Micha is. Daarom wil ik hem in dit meditatief graag aan u voorstellen. Hij is dit jaar uitgekozen om onze gids te zijn in de adventstijd. Onder het motto ‘Geef licht’ kleurt hij de voorbereiding op het Kerstfeest en wekt oude verwachtingen tot leven die nog steeds actueel zijn.
Weerloos en kwetsbaar
Zijn naam Micha klinkt als een vraag: ‘Wie is als God?’ Die bevat zowel een bemoedigende als kritische noot. Er zijn mensen die zich verbeelden god te zijn of op z’n minst goddelijk. Keizer Octavianus, de geadopteerde zoon van Julius Caesar liet zichzelf Augustus noemen, ‘de verhevene’. Als Lucas zijn Kerstevangelie schrijft plaatst hij het Christuskind (de ware verlosser)
tegenover deze Romeinse keizer (wiens vrede steunde op geweld en afschrikking). Voor Lucas is het duidelijk als hij de vraag hoort die in de naam Micha doorklinkt. Goddelijk zijn niet de machtige koningen en keizers, maar God wordt zichtbaar in een weerloos en kwetsbaar kind.
Het goede doen
Het bemoedigende in de naam Micha zit in wie God als enige voor mensen wil zijn. In God geborgen zijn geeft een mens grond onder de voeten en de wens om het goede te doen. Ingewikkeld hoeft dat niet te zijn want waar het op neer komt heeft Micha misschien wel het bondigst van allemaal beschreven:
‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en oplettend en bescheiden de weg te gaan van je God.’
(Micha 6: 8)
Deze woorden passen op een klein briefje dat we met de hand kunnen schrijven of desnoods als notitie in onze smartphone kunnen opnemen. Als we dat tijdens de advent bij ons dragen weten we van wie we het moeten hebben en wat ons te doen staat.
Beelden van hoop
De profeet Micha die deze woorden optekende was een tijdgenoot van de profeet Jesaja en leefde zo’n zevenhonderd jaar voor Christus. In het boekje dat zijn naam draagt wordt het vele onrecht dat hij ziet bekritiseerd. Daarbij slaat Micha een dreigende toon aan. Niet om mensen bang te maken, maar omdat het hem aan het hart gaat als mensen lijden door toedoen van anderen. Zo heeft onze Schepper het niet bedoeld en daarom haalt Micha alles uit de kast om dat duidelijk te maken.
Welsprekender dan de dreigingen zijn echter de beelden van hoop die hij ons voorhoudt. Beroemd zijn de woorden over de wereldvrede die hij deelt met Jesaja (2: 4):
‘Hij zal rechtspreken tussen machtige volken,
over grote en verre naties een oordeel vellen.
Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal meer weten wat oorlog is.
Ieder zal zitten onder zijn wijnrank
en onder zijn vijgenboom,
door niemand opgeschrikt,
want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.’
(Micha 4: 3-4)
In de tuin van het gebouw de Verenigde Naties in New York staat het beeld van een man die een zwaard omsmeedt tot een ploegschaar. Het beeld is in 1958 geschonken door de toenmalige Sovjet Unie aan de Verenigde naties. Het beeld staat symbool voor het einde van geweld en het begin van de wereldvrede. De regering van de Sovjet-Unie gaf aan beeldend kunstenaar Jevgeni Vuczetich de opdracht om dit Bijbelwoord vorm te geven. Hij schiep een sculptuur in brons dat een plaats kreeg voor het VN-hoofdkwartier in New York. Vuczetich was de beroemdste beeldhouwer van de Sovjet-Unie en had eerder al in Oost-Berlijn voor het bevrijdingsmonument in Treptow het beeld van de Russische soldaat met een kind op de arm gemaakt.
Nastreven van vrede
Zo krijgen de woorden van de profeten Micha en Jesaja betekenis in onze eigen tijd en is het nog steeds nodig om wapens om te smeden tot landbouwwerktuigen. In plaats van elkaar te bestrijden en angst aan te wakkeren tegen steeds weer nieuwe vijanden is het beter om zoals Micha voorstelt elkaar uit te nodigen onder vijgenboom en wijnstok. Als het kind van Betlehem volwassen wordt zal hij zich inzetten voor wat de profeet Micha al voor ogen stond. In zijn ogen zijn alle mensen zonen en dochters in wie God vreugde vindt. Dat is uiteindelijk ook de strekking van het engelenlied dat uit de hemel klonk in de oren van de herders op het veld van Efrata: “Vrede op aarde voor mensen die in Gods ogen genade hebben gevonden.’ Als we samen de geliefde kerstliederen weer zingen is het tijd om te bedenken dat wij mogen leven door ‘Gods grote gunfactor’ om het wat populair te zeggen. Dat heeft niets met wapens te maken maar alles met wat wij elkaar in Gods naam gunnen. Want ‘wie God is’ wordt zichtbaar in de vrede die we met het oog op het Christuskind samen nastreven.
Een goede adventstijd en gezegende Kerstdagen,
Ds. Bert L. van der Woude