Maarten Luther, rebel der genade
Deel 38
“Ik moet mij in zeven stukken verdelen, op zeven plaatsen tegelijk zijn en zeven ambten uitoefenen. Ik ben op de eerste plaats landbezitster, op de tweede plaats boerin, op de derde plaats kokkin, op de vierde plaats melkster, op de vijfde plaats tuinierster, op de zesde plaats wijnboerin en schenkster van aalmoezen aan zo’n beetje alle bedelaars van Wittenberg en op de zevende plaats de vrouw van Dr. Luther, die zich haar beroemde man waardig moet betonen en met 200 gulden per jaar vele gasten moet herbergen.” Zo somt ‘de Lutherin’, zoals ze overal genoemd wordt, niet zonder humor haar bezigheden op.
Tegelijk laat ze zien dat ze geen moment stilzit en alles oppakt wat op haar weg komt. Wie bedenkt wat dat allemaal is, zou er bang van kunnen worden. Historici hebben geprobeerd om te reconstrueren hoe haar dagverloop er uit heeft gezien. Het staat te lezen op hetzelfde grote bord waarop de bezittingen van de familie Luther gerangschikt staan.
Een vol huis
We hebben het dan over het jaar 1542. Katharina is inmiddels 43 jaar en de moeder van vijf kinderen. Iedere morgen staat ze om vier uur op om een stevig ontbijt te bereiden. Daarna vindt een korte gebedsdienst plaats voor alle huisgenoten. Daar hoort inmiddels een in aantal wisselende groep studenten bij. Aan hen verhuurt zij kamers om de huishoudkas te vullen. Bovendien hebben de Luthers naast hun eigen kroost nog twaalf pleegkinderen in huis. Die komen uit de kring van verwanten die gestorven zijn. Ook herbergen ze voor korte tijd vier kinderen van wie de ouders zijn omgekomen door de pest. Katharina’s tante Lehne (zie deel 34 en 36) woont bij hen in het klooster, net als Luthers persoonlijke dienaar (student assistent) Wolf Sieberger. Tien helpers zijn aangesteld om alles in goede banen te leiden: een bedrijfsleider, een huisleraar voor de kinderen, een kokkin, een koetsier, een varkenshoeder en een vijftal knechten en meiden.
Een tijdgenoot schrijft: “In het huis van de Doctor woont een wonderlijk gemengde schare, aan jonge mensen, studenten, jonge meisjes, weduwen, oude vrouwen en kinderen. Daardoor is er veel onrust in huis en hebben veel mensen met Luther te doen”. Aan Katharina, die het drukst van allemaal is, denkt blijkbaar niemand.
Gasten komen en gaan. Het zijn bekenden en minder bekenden. Sommigen blijven maanden of zelfs jaren.
Het zijn gewezen nonnen, die niet terug kunnen naar hun familie, maar ook politieke of religieuze vluchtelingen, zoals hertogin Elisabeth van Brandenburg (1510-1558), die zich tegen de wil van haar man bij de Reformatie heeft aangesloten. Natuurlijk zit ook de hele vriendenkring uit Wittenberg regelmatig aan tafel. Ze hebben allemaal voedsel en drank nodig, een slaapplek en nog veel meer. Katharina heeft zeggen en schrijven de dagelijks zorg voor zo’n zestig mensen. Zelfs met alle hulp die ze heeft is dat een ongelooflijk zware taak.
Kloosterritme
Na de gebedsdienst met alle hierboven genoemde mensen is het ongeveer zeven uur.
Nu gaat Katharina er even goed voor zitten en maakt een plan voor het werk dat in de komende drie uur gedaan moet worden. Voor haar persoonlijk dan, als we de gegevens op het grote bord mogen geloven. Ze moet brandhout zagen en hakken, kaarsen trekken, koren malen en zeven, brood bakken, bier brouwen en gerst koken om mout te verkrijgen. Ze moet boter en kaas bereiden, naar het vee omzien, dieren slachten en zorgen dat het vlees houdbaar blijft, dus pekelen, roken en drogen. Wijnbouw en werk in de tuin maken haar taken compleet, maar zijn gedurende het jaar heel verschillend. In de winter zal ze daar weinig tijd in hebben hoeven steken. Maar dat is nog niet alles. In haar agenda staat dat ze moet wassen, naaien, kleding herstellen en sokken stoppen.
Ook bereidt ze heelmiddelen zoals zalven en drankjes en geneeskrachtige thee voor de zieken of voor de huisapotheek. Af en toe moet ze naar de markt om die dingen de kopen, die ze niet zelf kan maken.
Na al dit werk is het tijd voor het middagmaal. Zo heet het al is het dan nog maar tien uur.
Ze gunt zichzelf een korte rustpauze en gaat weer aan werk tot een uur of vijf om alles klaar te krijgen wat tot haar takenpakket behoort. Om vijf uur moet het avondeten op tafel.
Na deze maaltijd volgt opnieuw een korte gebedsdienst en gaat ze om negen uur naar bed. We zien dat de Luthers het ritme van het klooster in stand hebben gehouden.
Tussendoor is er vrije tijd, die vanaf 1535 wordt besteed in de zogenaamde ‘Lutherstube’. Men onderhoudt zich met elkaar, er wordt gezongen en muziek gemaakt op de luit.
Morgenster
Een meer dan volle arbeidsdag en dat waarschijnlijk 365 keer per jaar. Luther noteert met trots: “Mijn Käthe is de morgenster van Wittenberg. Ze staat ‘s morgens vroeg om vier uur op, spant de dieren in, werkt op het land, koopt vee, brouwt, enzovoort”.
Verder wordt ze in acht jaar tijd zes keer zwanger. Daar zullen we nog over hebben, maar we keren nu terug naar het eerste begin van deze zo productieve onderneming. Hoe Katharina de eerste weken en maanden van hun huwelijk ervaren heeft is niet overgeleverd. Van Luther wel. Hij noteert: “Het eerste jaar van zijn huwelijk brengt een echtgenoot op wonderlijke gedachten. Zit hij aan tafel, dan denkt hij: vroeger was je alleen, nu ben je samen met een ander. Bij het ontwaken ziet hij twee vlechten naast zich liggen, die er vroeger niet waren.”
Een goed huwelijk
Als het huwelijk van Luther en Katharina ongelukkig was geweest, zou je hier een zekere scepsis in kunnen proeven. Maar het tegendeel is waar. Veel van zijn woorden – en enkele van haar – geven aanleiding tot het vermoeden dat zij niet alleen respect voor elkaar hebben, maar elkaar ook graag mogen. “Ik ben niet tot over mijn oren verliefd, maar ik houd van mijn vrouw en waardeer haar”, zegt Luther na zijn huwelijk.
De twee vlechten, die Luther nu na het ontwaken naast zich ziet liggen zijn een symbool voor hoe hun huwelijk zijn leven heeft veranderd. Hij is verwonderd, om niet te zeggen ontroerd, omdat er nu iemand in zijn leven is gekomen. Een jonge vrouw, die hij kort geleden nog niet kende en die nu samen met hem in één bed ligt. En naast haar de man, die lange tijd, nee heel zijn leven ‘s nachts alleen was. Hij kan het nauwelijks geloven dat de draagster van deze vlechten er nu altijd zal zijn, zes kinderen met hem zal krijgen en zijn vrouw zal blijven tot de dood hun zal scheiden.
Wordt vervolgd