Lutherbiografie deel 37

Maarten Luther, rebel der genade

Deel 37

Tastbare herinnering aan het huwelijk is de trouwring van Katharina van Bora. Deze wordt bewaard in het Stadsgeschichtliches Museum te Leipzig, gevestigd in het Oude Raadhuis.

Hoewel je voor een trouwring iets romantischer zou verwachten, is de ring gedecoreerd met een crucifix en de “Arma Christi”, de werktuigen waarmee Christus tijdens zijn lijdensweg is gemarteld. Aan de binnenkant van de ring staat een inscriptie met de namen en de huwelijksdatum: “Catharina v Boren D. Martinus Lutherus 13. Jun. 1525”. De ring is afgewerkt met een grote rozerode robijn. Oorspronkelijk is de ring niet zo rijk versierd. Ten tijde van het huwelijk heeft het bruidspaar niet de middelen om zich zo’n dure ring te kunnen veroorloven. De smalle, gouden ring waarin de inscriptie staat gegraveerd is de eigenlijke trouwring. Deze is aan het paar cadeau gedaan door koning Christiaan II van Denemarken. Later zijn door een onbekende kunstenaar de figuren en de robijn toegevoegd. De trouwring is op talloze portretten die van Katharina gemaakt zijn te zien. Ook de ring zelf is vele malen gekopieerd. Dit gebeurt al in de zestiende eeuw, maar vooral in de negentiende eeuw, wanneer Luther in Duitsland wordt vereerd als een nationale held. De ring is daarmee een soort protestantse reliek geworden.*

De originele ring in het Stadsgeschichtliches Museum Leipzig.

 

Praktisch

Tussen de huwelijksgeschenken die het paar ontvangt komt er één van aartsbisschop Albrecht van Brandenburg. Hij heeft een zilveren doos en twintig gulden laten bezorgen.  Luther is verontwaardigd en weigert het geschenk aan te nemen van deze tegenstander van de Reformatie. Catharina is praktischer ingesteld een heeft een huishouding te runnen. Zij wacht de bode op bij de achterdeur van het zwarte klooster en laat doos en guldens in haar huishoudkas verdwijnen.

 

Voortvarend

Heel royaal is het leven in het klooster niet. Luther is er drie jaar geleden na zijn uittreden uit de Augustijner orde blijven wonen. Nu trekt Katharina bij hem in. De andere monniken zijn al lang in verschillende windrichtingen verdwenen. Als compensatie voor zijn kloostertijd ontvangt Luther een bescheiden bedrag en hij mag het meubilair houden. Dat is echter oud en versleten en de vergoeding die hij ontvangt als stadsprediker is krap.

Katharina neemt de teugels van de huishouding in handen. Of ze dat in het klooster Mariatroon in Nimbschen geleerd heeft of een natuurtalent is, ze weet in ieder geval van wanten. Ze begint met een flinke opruiming en brengt vervolgens alles op orde. Ook haar echtgenoot! Zijn vervuilde strozak is niet meer om aan te zien, laat staan aan te pakken. Die gooit ze er als eerste uit. Met het geld van de aartsbisschop kan ze een nieuw bed aanschaffen en een fatsoenlijk hoofdkussen.

 

Bouwput

Daarna maakt ze van de refter (de eetzaal van de monniken) een enorme keuken met voorraadkamers voor brood, meel en andere etenswaren. Ze laat een nieuwe haard metselen en een waterleiding aanleggen. Er komen enkele ovens, wormstekige balken worden vervangen en de lemen vloer wordt geëgaliseerd. De wanden die de kleine monnikscellen van elkaar scheiden laat Katharina neerhalen en er nieuwe inzetten, zodat grotere woonruimtes worden gecreëerd. Nieuwe trappen worden gemaakt en ze laat het geheel onderkelderen. Naast de voorraadkamers verschijnt een waskeuken, die later wordt uitgebreid tot een volwaardige badkamer. Het zal echter nog tien jaar duren voordat de beroemde ‘Lutherstube’ wordt ingericht. Dat is de plek, die dient als woonkamer en trefpunt voor familie, studenten en vrienden. Daar zal Luther zijn beroemde tafelgesprekken houden. Dat dit nog zo lang duurt ligt aan de ambtenarij van die dagen. De toestemming voor de aanschaf van voldoende bouwhout laat lang op zich wachten.

Het zwarte klooster is nu jaren achtereen een bouwput met veel lawaai, waar de arme Doctor Luther in zijn torencel door wordt gepijnigd. Verongelijkt noteert hij dat echtgenotes “hun mannen, zelfs wanneer die het heel druk hebben, vele onnodige storingen bezorgen”.

 

Paradijs op aarde

De bouwactiviteiten van Katharina blijken een bron van arbeid te zijn voor een flink aantal Wittenbergse handwerkslieden en zorgen ervoor dat een vervallen en vervuild klooster omgevormd wordt tot een goed functionerend middenstandsbedrijf zoals we het nu zouden noemen. Zelfs wanneer het Luther af en toe te veel wordt, weet hij heel goed wat zijn vrouw allemaal voor elkaar heeft gekregen en dat zegt hij ook: “Mijn Katharina heeft van dit verrotte klooster een paradijs op deze donkere aarde gemaakt”. 

Ook de tuin laat Luthers vrouw in het eerste jaar van haar verblijf aanleggen. Daarin verbouwt ze alles zelf wat ze in de keuken nodig heeft: sla, kruiden, pompoenen en meloenen, appels en kersen, perziken en abrikozen, bramen en frambozen, zonnebloemen en klaprozen. Ze graaft en plant en zaait en oogst. Katharina legt een kleine wijngaard aan en het bier brouwt ze zelf. Ze schaft zowaar bijen aan. Die geven haar honing en van de was maakt ze kaarsen.

 

Dieren

Uiteraard worden er dieren gehouden, die het erf in wisselende aantallen bevolken. Zij zijn nodig om het groeiende ‘bedrijf’ draaiende te houden. In 1542 worden er vijf koeien, negen kalveren, een geit met twee jongen, acht varkens en drie biggen, paarden, kippen, ganzen, eenden en duiven als bezit geteld. Dat staat te lezen op een groot bord dat nog steeds in het Lutherhuis te bezichtigen is.

Katharina laat een visvijver aanleggen en koopt er later nog een stuk land bij waar een riviertje doorheen stroomt. Zo komen ze aan snoeken, forellen en rivierbaarzen. Natuurlijk mag een hond in het huishouden van de Luthers niet ontbreken. Tölpel heet het beest, dat vrij vertaald dwaas of deugniet betekent.

 

Tölpel

Tölpel is een volwaardig lid van de familie, die Luther op de hielen volgt op zijn weg door het klooster en later de vriend wordt van de kinderen. Tölpel wordt genoemd in de tafelgesprekken. Luther noemt deze viervoeter en zijn soortgenoten het trouwst van allemaal en ze zouden zo veel meer gewaardeerd worden als ze niet met zovelen waren. “God heeft zijn grootste geschenk het gewoonste gemaakt.” Als Tölpel een keertje bij de maaltijd aanwezig is en bedelt om een stukje vlees van zijn meester kijkt hij Luther aan met de bek open en ogen vol verwachting. Luther reageert: “O, als we allemaal zo zouden kunnen bidden zoals deze hond kijkt naar het vlees! Al zijn gedachten zijn geconcentreerd op het stukje vlees. Daar buitenom heeft hij geen enkele gedachte, wens of hoop”.

Als één van de kinderen vraagt of dit hondje ook naar de hemel gaat, aait Luther ‘m over z’n kop en zegt: “Wees gerust kleine hond. Bij de opstanding krijg jij een gouden staart”.

 

Käthe en de Heilige Geest

In Wittenberg is er niemand die meer land of vee bezit. Voor Luther is dat onbegrijpelijk want het lijkt alsof “ik meer verteer dan er binnenkomt”. Soms is er maar weinig geld in kas, vooral wanneer Katharina weer een stuk land heeft gekocht. Van 24 augustus tot 19 oktober is er geen bier in huis noch geld om het aan te schaffen, zo noteert een wat gefrustreerde gast op 19 oktober 1540. Afgezien hiervan heeft Luther geen enkele reden om zich te beklagen over de huishouding van zijn vrouw aan wie hij al zijn welstand te danken heeft. “In huiselijke zaken volg ik mijn Käthe”, schrijft hij en – hij kan het niet laten – wijst daarna op hogere zaken: “Voor het overige wordt mijn leven geleid door de Heilige Geest”.

Hoe ‘Herr Käthe’ dit alles redt en of ze er alleen voor staat….

Wordt vervolgd

 

* Met dank aan Davita van der Woude (kunsthistorica) Een kopie van de ring bevindt zich in de collectie van Museum Catharijneconvent in Utrecht.

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.