Maarten Luther, Rebel der genade
Deel 36
Met zijn voorgenomen huwelijk doet Luther tegelijk zijn ouders een plezier. Hans Luder heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij niet blij is met de keuze van zijn zoon om monnik te worden. Nu wordt hij wellicht alsnog opa en dit vooruitzicht streelt vader en zoon allebei.
Het huwelijk
Als eenmaal duidelijk is dat Maarten Luther en Katharina van Bora voor elkaar bestemd zijn, gaat het snel. Verloving en huwelijk vinden plaats op dezelfde dag, 13 juni 1525.
Luthers ouders zijn erbij, terwijl van Katharina’s familie alleen tante Lehne (zie deel 34) is gekomen. Verder de meest nabije vrienden uit Wittenberg. Katharina wordt door de Cranachs naar het zwarte klooster gebracht en wat na de zegening door Pastor Johannes Bugenhagen gebeurt, schetst ons Luthers vriend Justus Jonas: “Luther heeft Katharina van Bora tot vrouw genomen. Gisteren was ik erbij aanwezig en zag het paar op het bruidsbed liggen. Ik kon niet voorkomen dat ik bij dit schouwspel tranen moest vergieten”.
Een ritueel
Wat betekent dat? Hebben Luther en Katharina de bijslaap in aanwezigheid van getuigen voltrokken, zoals het in historische berichten heet? Hebben ze de huwelijkse daad – hun eerste keer – coram publico voltrokken om de maagdelijkheid van de bruid te bewijzen?
Boze tongen hebben het gerucht in de wereld geholpen dat ze al lang in ontucht leven, deze afvallige monnik en weggelopen non. De bruid is al zwanger en daarom zijn ze zo snel getrouwd. Niets van deze beweringen is waar want in juni 1525 is de bijslaap nog slechts een ritueel, dat aan een oud gebruik herinnert van het openlijk voltrokken huwelijk. Maarten Luther en Katharina van Bora gaan symbolisch op het bruidsbed liggen met hun kleren aan. Later in de feitelijke huwelijksnacht zullen er geen getuigen meer bij zijn.
Vooroordelen
Philip Melanchton, één van de naaste medewerkers van Luther, wordt pas uitgenodigd voor het grote feest dat veertien dagen later plaatsvindt. Dan zijn er tal van vrienden en verwanten onder wie Leonhard Koppe, de nonnenrover en bevrijder van Katharina. Melanchton voelt zich zeer gekrenkt dat hij niet met de naaste familie mee mocht vieren.
Een brief verraadt hoezeer hij daar mee worstelt: “Onverwacht is Luther met Bora getrouwd, zonder ook maar één van zijn vrienden op de hoogte te stellen… Je verbaast je er vast over dat in zulke zware tijden als deze, waarin de goeden overal zo zwaar lijden, hij niet met de anderen lijdt, maar veeleer …. zwelgt en zijn goede naam compromitteert…
Deze man is veel te makkelijk te misleiden en zo hebben de nonnen die steeds achter hem aanzitten hem om hun vinger gewonden, hoewel hij toch een edele en wakkere man is”. Melanchton besluit zijn brief met de hoop dat “de huwelijkse staat hem waardigheid zal verlenen, zodat hij deze afkeurenswaardige losbandigheid achter zich laat”.
Zo oordeelt een man, die Luthers belangrijkste steunpilaar in de strijd om de Reformatie is. Geheel in lijn met het klassieke vooroordeel ziet hij Maarten Luther als offer van vrouwelijke verleidingskunst, zoals het verhaal van de zondeval in het paradijs al bericht.
Smaad
Als vrienden dit al vinden, hoeveel te meer zullen Luthers vijanden over zijn huwelijk heen vallen en allerlei lelijke dingen roepen. Ze noemen Luther een nonnenhengst, die hopeloos aan zijn vleselijke begeerten is overgeleverd. Wat ze van Katharina zeggen klinkt bepaald niet vriendelijker. Ze noemen haar een ‘trouweloze, meinedige, voortvluchtige hoer’. Voelen Luther en Katharina zich gekwetst door deze meestal anonieme smaadschriften? Of kunnen ze al het vuil dat in het hele land over hun uitgestort wordt daadwerkelijk negeren zoals Luther beweert? Makkelijk zal het voor hen niet geweest zijn.
Maar dan het komt het eerste kind – Johannes – heel keurig een jaar na het huwelijk ter wereld en het heeft geen twee hoofdjes op zijn kleine schouders zoals van tevoren is voorspeld. Want – zo wordt algemeen aangenomen – als monniken en nonnen het met elkaar doen, dan brengen ze monsters voort. Gelukkig is Johannes een gezonde jongen, die alle bijgelovigen de mond snoert en alle leugenaars tot zwijgen brengt.
Zijn tijd vooruit
Het spreekt voor Luther dat hij voor die tijd opvallend positief denkt over seksualiteit, al bestaat dat woord in zijn dagen niet. Evenmin als erotiek of geslachtsverkeer. Maar achter de verhullende taal (zoals het woord bijslaap) is duidelijk te horen hoezeer Luther seksualiteit en huwelijk op waarde weet te schatten.
Dat is des te opmerkelijker tegen de donkere achtergrond van toen. Als biechtvader (vanaf 1515) voor monniken uit minstens elf verschillende kloosters is niets menselijks Luther meer vreemd. Niets onmenselijks overigens ook. Dat is de reden dat hij een weerzin om niet te zeggen haat ontwikkelt tegen het verplichte celibaat. “Zo veel verschrikkelijke dingen kom ik iedere dag tegen bij dat ellendige celibaat van jonge mannen en vrouwen, dat in mijn oren niets weerzinwekkender klinkt dan de naam non, monnik en priester.” Of: “Het schandelijke en schadelijke bijgeloof van het celibaat en het ongehuwde leven van geestelijken binnen het pausdom heeft (…) grote aanleiding gegeven tot gruwelijke zonden en die ook voortgebracht: hoererij, echtbreuk, bloedschande, vloeiingen, ontuchtige dromen, zeldzame fantasieën en visioenen in de slaap evenals pollutiones (zaadlozingen) en verontreinigingen.” Hiermee geeft hij aan dat geestelijke heren hun seksuele fantasieën uitgeleefd hebben met prostituées, met getrouwde vrouwen, met vrouwelijke familieleden en mogelijk met kinderen.
Een voorschrift
Luther onderscheidt echter scherp tussen het misbruik en het door God gegeven geschenk van de seksualiteit: “Het is een noodzakelijke en natuurlijke zaak dat een man een vrouw moet hebben en een vrouw een man. Waar men dat wil tegenhouden is het niet tegen te houden en gaat z’n weg door hoererij, echtbreuk of domweg zonde heen”.
Seksuele driften van mensen zijn kortom niet tegen te houden en dat dit niet kan is geen fout van de Schepper, maar een ethische opgave voor mensen. Luther weet dat noch Jezus (ongetrouwd?) noch Paulus (vermoedelijk weduwnaar) het leven als single als voorwaarde hebben ingesteld voor de priesterdienst. Hij weet dat kerkrechtelijk het celibaat niet eens een dogma is, maar ‘slechts’ een voorschrift. Alleen rooms-katholieke priesters moeten ongehuwd leven. Orthodoxe priesters in Oost- en Zuid-Europa mogen trouwen. Luther weet dat het celibaat al bijna duizend jaar een omstreden zaak is en pas in 1139 (!) tot plicht is uitgeroepen. Niet het aseksuele leven op zichzelf lijkt hem een te grote opgave, maar de belofte alleen al gaat aan de werkelijkheid van mensen voorbij: “Ja wij hebben God beloofd en gezworen dat we kuis zullen zijn en zonder vrouwen willen leven. Daarop antwoord ik: Dat is een rasechte hansworst. Waarom beloof je iets, waarvan je niet weet of je je eraan kunt houden? Eén ding heb ik beloofd waaraan ik me ook houden kan: Dat ik nooit mijn eigen neus zal afsnijden”.
Twee vlechten
Heeft Luther vreugde beleefd aan zijn eigen huwelijk? Alles wijst erop van wel, al is het wennen. “In het eerste jaar van het huwelijk deed ik bijzondere indrukken op. Zo werd ik wakker in bed en zag dan twee vlechten naast me, die er eerder niet waren (…). Ik lig vaak naast mijn Käthe en ook al is zij een liefdeswaardige vrouw, toch breekt me af en toe het angstzweet uit.
Dat het meer dan goed is gekomen tussen deze twee bewijst tenslotte een bijzonder openhartig citaat: “Met de vrouw waarmee God me heeft verbonden is het toegestaan om te schertsen, te spelen en vlijend te spreken”.
Wordt vervolgd…