50 jaar orgelspeulen

Wat een verrassing op zondag 2 december! Niets vermoedend werd mij gevraagd door Wim Westerman of ik voor hem wilde spelen in Winschoten om half tien, dan zou hij de dienst om elf uur voor mij in Meeden wel spelen. Allemaal doorgestoken kaart, ontdek je dan later. Ik heb trouwens die zondag ook geen familie of kennissen in de kerk zien zitten (boven vanaf het orgel zie (en ken) je de mensen alleen maar van boven.

En dan word je na de dienst door Eise Smid verrast om samen met Jan Muller naar voren te komen omdat je heel wat jaren gespeeld hebt in de kerkdiensten in allerlei kerken.

Al 50 jaar, wordt er dan gezegd en dat is zeker een lange tijd. Dit bracht mij op het idee om vanaf het begin eens alles op papier te zetten. Misschien vindt u het ook wel leuk om mijn geschiedenis te lezen.

Als 8-jarig jongetje kreeg ik mijn eerste orgellessen in Oostwold van meester Koolstra (ik zat bij hem in de klas), want zoals in veel gereformeerde gezinnen stond er een Psalmenzaag (harmonium), ook bij ons in de kamer. Mijn pa speelde een klein beetje eenvoudige muziekzettingen, zelfs in de diensten in ‘ ’t Schienvat’ in Finsterwolde.

Meester Koolstra was een man met een tropenverleden en daardoor erg kört veur de kop. Als ik iets in de klas had gedaan wat niet naar zijn zin was, kreeg ik ’s avonds op les tikken met een liniaal over de vingers en daardoor een reden om bij meester Krajenbrink te gaan lessen.

Toen ik 15 jaar was zei pa: “Ik heb gain zin, ga jij maar naar Finsterwolde om te spelen”. Natuurlijk protesteerde ik! Ik had immers nog nooit in een dienst gespeeld. Waarop pa zei: “Er zitten toch maar 20 à 25 personen in de kerk en als je eruit bent of fouten maakt, zingen zij wel gewoon door.” Dit was dus het begin: in 1957 voor de eerste keer op het harmonium in ’t Schienvat.

Ik heb jaren met Gre Houwen de diensten daar gespeeld tot de diensten naar Oostwold werden overgeheveld. Ik was er ook eerst zat van en speelde maar weinig meer.

Na mijn militaire dienst begon het toch weer te kriebelen en speelde ik wat diensten in Oostwold in de kerk aan de Goldhoorn. Na mijn huwelijk in 1968 gingen we in de Burg. Venemastraat wonen, schuin tegenover de Vredeskerk in de voormalige pastorie van dominee Versteeg. Toen onze eerste zoon Henk was geboren hadden we af en toe contact met mevrouw Ugen die twee woningen verderop woonde.

Mevr. Ugen had mij gevraagd om op de vrouwenvereniging (waar zij presidente van was) de samenzang te begeleiden. Leuk om te doen en het was dichtbij; even de weg oversteken en klaar. Op een zondag in 1969 was er in de Vredeskerk geen organist komen opdagen. Mevrouw Ugen kwam de weg over: kun je ons helpen? Ik stak mijn boeken onder de arm en hup achter ’t örgel. Enige weken later weer hetzelfde. Dit resulteerde in een bezoek van de kerkvoogdij en de vraag of ik wel vaste organist in de Vredeskerk wilde worden. Mijn antwoord is nu wel bekend dacht ik zo. Apetrots vertelde ik mijn collega’s op het werk dat ik een vaste benoeming als organist gekregen had. Wat een reactie kreeg ik van mijn chef (hij was vrijgemaakt): “Jij als gereformeerde? Vaste organist in de Hervormde kerk? Kan dat zomaar?” Ik heb tegen hem gezegd: “Nee Dijkstra, dat ken nait dat mout”. Zijn reactie hierop was: “nou dan moet je het zelf maar weten”. Zo was het toen bij sommige lieden de gewoonte om zo stug te reageren. Samen met Theo Pater heb ik tot de fusie van de beide Hervormde kerken gespeeld in de Vredeskerk. Toen nam Theo afscheid en ging ik mee naar de Marktpleinkerk en begon daar met Cees van Walsum de diensten te doen. Ik mocht af en toe ook van hem in de Vennekerk spelen (als er een predikant kwam die Johannes de Heer liederen liet zingen, dat vertikte hij). En nu doe ik het nog altijd graag, al ben ik dan ook geen echte organist. Ik zeg altijd: ik ben een zanger die kan orgelspelen. Want bij het zingen ligt mijn hart, dat is mijn lust en leven. En ik heb zelfs langer zangles gehad dan orgelles. Maar ik mag andere mensen laten zingen! Het spelen op het pedaal van het orgel heb ik mezelf geleerd. Ik blijf het een voorrecht vinden om de lofzang gaande te houden. Ook in de kerken van Oostwold, Meeden, Nieuwolda, Finsterwolde en Oude Pekela.

Dank aan de kerkrentmeesters en kerkenraad voor de grote verrassing afgelopen zondag. Een gouden speld met briljant!

Koos Akkerman

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *