Maarten Luther, Rebel der Genade
Deel 25
De reis van Maarten Luther naar Worms wordt een triomftocht. Mensen staan aan de kant van de weg en juichen hem toe. In Erfurt moet hij preken, want men ziet hem als een profeet, die de weg naar de christelijke vrijheid ontdekt heeft.
In Worms is het in de maand april van het jaar 1521 een drukte van belang. Vanaf het moment dat de Rijksdag begonnen is, vindt men voor het allerkleinste kamertje nog een huurder. Hoge heren die in paleizen wonen en thuis een groot en zacht bed gewend zijn, moeten nu de schaarse onderkomens met elkaar delen. De pauselijke gezant Hieronymus Aleander zoekt handenwringend naar een kamer en vindt uiteindelijk een smerig hok op zolder, dat hij dankbaar en zijn geluk prijzend huurt. Hij vervloekt de barbaarse Duitsers, maar niet te hard, want hij voelt wel dat hij niet echt welkom is. Dreigingen en pamfletten doen de ronde, die zich tegen de Romeinse curie en de paus richten en duidelijk voor Luther partij kiezen. De Duitsers voelen zich financieel leeggezogen door Rome. De enige troost van Aleander is dat hij de keizer aan zijn zijde weet en binnen het machtspolitieke spel is dat beslissend.
Keizer Karel
De jonge keizer Karel V vindt de querelle Allemande, waarvan hij evenmin iets begrijpt als van de taal van zijn rebelse onderdanen maar een overbodige kwestie. De strijd met Frankrijk om de heerschappij in Europa en de twisten in Spanje bezorgen hem veel meer hoofdbrekens. Hij wil deze Rijksdag zo spoedig mogelijk achter zich laten en Duitsland de rug toekeren om zich te wijden aan belangrijker zaken. Wat hij helemaal niet begrijpt is dat hij zich als keizer bezig moet houden met een kleine monnik.
Invloedrijke vrienden
Die kleine monnik rijdt ondertussen op 16 april in een open koets richting Worms. Hij wordt begeleid door zijn vriend en collega professor Nicolaas von Amsdorf samen met de hoogleraren Peter Swaven en Johann Petzensteiner. Voor zijn koets uit rijdt Rijksheraut Kaspar Sturm om iedereen duidelijk te maken dat Luther een vrijgeleide heeft gekregen van de keizer en daarom door niemand mag worden overvallen, gedood of gevangen genomen. Deze Kaspar Sturm, die uit Neurenberg komt en door Albrecht Dürer is vereeuwigd, is de juiste begeleider voor Luther. Hij is alom bekend en gerespecteerd.
Aleander is woedend als hij hoort dat uitgerekend Sturm Luther begeleidt als keizerlijke bescherming. En Sturm zelf? Hij geniet er zichtbaar van om te kunnen berichten dat hij helaas niet kan verhinderen dat de hele wereld Luther tegemoet stroomt. Allemaal, van oud tot jong, mannen en vrouwen, verbinden ze hun hoop aan deze man.
Aleander vermoedt niet ten onrechte dat die gedeelde hoop deze ketter zal sterken.
Onrust
Behalve in Erfurt heeft Luther ook in Frankfurt aan de Main gepreekt en groepjes mensen die hem gehoord hebben trekken mee, zodat er geleidelijk een aanzienlijke processie ontstaat. Hoe dichter hij de rijksstad nadert, hoe meer mensen hem ook tegemoet komen, zodat zijn intocht een triomfantelijk gebeuren wordt. In de stad zelf heerst grote onrust. Uit binnen en buitenland zijn er talloze gezanten en vorsten met hun gevolg gekomen en zij gebruiken de tijd die de Rijksdag duurt voor verschillende vormen van vermaak. Bovenaan het lijstje staan duels, toernooien, kaart- en dobbelspelen, drinkgelagen en bordeelbezoek. Schermutselingen en grofheden zijn tot zelfs in de hoogste kringen aan de orde van de dag. Degene die dit allemaal op gang heeft gebracht, kardinaal Albrecht van Brandenburg raakt bijna slaags met Luthers beschermheer Frederik de Wijze. Er heerst in Worms een drukkende sfeer van een broeierige mensenmassa en dat niet alleen vanwege Luther, maar ook en vooral door zijn komst.
Onzeker
In deze stad rijdt Luther binnen en ook al ervaart hij sympathie en steunbetuigingen en al heeft hij een vrijgeleide van de keizer, hij moet dit alles niet overschatten. Het risico blijft groot. Karel heeft zijn eigen lijfwacht bij zich, waarmee hij zijn wil kan doorzetten. Deze Spaanse garde kan Luther zo gevangennemen en hetzelfde lot doen ondergaan als Jan Hus. Hij kan daarom niet weten of hij niet alsnog in Worms op de brandstapel zal eindigen.
Het is tijd
In Worms aangekomen begeeft Luther zich onmiddellijk naar zijn beschermheer Frederik de Wijze, die eigenlijk niet zo blij is met zijn komst. Frederik had heimelijk gehoopt dat zijn theologieprofessor niet zou komen opdagen, maar Luther wil zich niet verstoppen. Er moet een besluit vallen en hij heeft gelijk. Het tijdstip is zo goed gekozen, dat je bijna zou geloven dat de Heilige Geest zelf de hand er in heeft gehad. Luther mag nu niet versagen. De kerk van Rome denkt niet in termen van heil, maar in termen van macht en precies op dit punt richt zich de kritiek van Luther. Heeft Jezus niet verkondigd dat zijn rijk niet van deze wereld is? Hoe kan het dan dat de kerk zich zo intensief bezighoudt met aardse zaken en het verwerven van macht en bezit? Als de kerk zich zo weinig bekommert om het heil van de mensen, wie zorgt er dan voor dat mensen door God gerechtvaardigd worden? En waarom is de kerk er eigenlijk met al haar pracht en praal? Ze heeft het heil zelfs omgezet in bezit dat ze verkoopt. Daarmee is de kerk een kerk van handelaars en is de God, die deze kerk uitdraagt een God van handelaars. Over zo’n God leest Luther niets in de bijbel. Het is tijd om daarvoor uit te komen.
God aan zijn zijde
Anders dan de keurvorst, die altijd lang aarzelt – wat voor een vorst niet slecht hoeft te zijn – ervaart Dr. Martinus dat hij een beslissing niet langer uit de weg kan gaan als hij zijn zaak geen schade toe wil brengen. Als God het wil, dan zal hij zegevieren en zo niet, dan was het niet Gods wil en zal hij terecht verliezen omdat hij niet in de Geest van God gehandeld heeft. Er is geen speld tussen deze logica te krijgen en vooralsnog weet Luther God aan zijn zijde. Maar hoe staat het met de keurvorst? Hij steunt Luther, maar op een conflict met de keizer zit hij niet te wachten. Hij beschermt zijn onderdanen en accepteert niet dat hen kwaad wordt aangedaan, maar nu moet hij voorzichtig zijn. Het is zijn secretaris en Luthers vriend Georg Spalatinus die het optreden op de Rijksdag achter de schermen voorbereid heeft. Hij heeft geregeld dat Luther vergezeld zal worden door de Wittenberger advocaat Hieronymus Schurff. Nadat ze samen de zaak doorgenomen hebben, wil Luther zich terugtrekken om wat uit te rusten, maar met al die mensen die hem willen zien en hun steun betuigen, krijgt hij geen kans.
Om vier uur ‘s middags moet hij de volgende dag voor de keizer verschijnen….