Verslag: Inspiratiecafé met Jean Pierre Rawie

‘Veel dichters plegen jong te overlijden. Als u mij iets wilt vragen zou ik dat nu maar doen. Ik voel mij namelijk ook niet al te lekker…’

Een uitspraak die tekenend is voor de gemoedelijke sfeer tijdens het zeer goed bezochte Inspiratiecafé van zondag 4 februari j.l. in Hotel Victoria. De heer Jean Pierre Rawie, als altijd in driedelig kostuum met zakhorloge en wandelstok, werd op ontspannen wijze geïnterviewd door ds. Bert van der Woude over motivatie en inspiratie in zijn werk en leven.

De heer Rawie, bij voorkeur aangesproken met ‘u’, geboren in 1951 in Scheveningen, verhuisde op driejarige leeftijd met zus en ouders naar de Paul Krügerstraat in Winschoten, het hoge noorden, waar vader Rawie beroepen was als Doopsgezind predikant. Jean Pierre was als kind ziekelijk en sprak geen Gronings waardoor hij vaak buiten de groep lag. Hij ervoer zijn jeugd niet als onverdeeld prettig en vertrok in 1970 naar Groningen om daar Russisch en later Italiaans en Roemeens te studeren.

Wat een vakopleiding voor vertalers moest zijn bleek droge wetenschap. Rawie haakte af en legde zich naast het vertalen steeds meer toe op het zelf schrijven van poëzie, voornamelijk in sonnetten en kwatrijnen. Hij behoort inmiddels al jaren tot de best verkopende dichters in Nederland. Zijn meest gebezigde thema’s zijn drank, liefde en de dood. Na een ternauwernood overleefde alvleesklierontsteking, ‘als gevolg van mijn kleurrijke levenswandel’, zijn zijn gedichten minder ironisch geworden en voeren liefde en dood de boventoon.

Geregeld ziet de dichter overigens dichtregels van zijn hand in rouwadvertenties verschijnen. ‘Er worden zelfs regels van mij in grafstenen gebeiteld, keurig met naamsvermelding. Ik ben zelf wezen kijken. Waarschijnlijk ben ik de enige Nederlander wiens naam bij leven al op een grafsteen staat.’

Op de vraag of ‘Het Woord’, met hoofdletters, dat Jean Pierre van huis uit ongetwijfeld meegekregen heeft van invloed is op zijn werk antwoordde Rawie niet ontkennend. De band met zijn vader was goed, zijn moeder was wat meer opvliegend, ‘net als ikzelf overigens’, aldus Rawie, die opmerkte dat veel dichters en schrijvers kinderen van dominees zijn, dit vanwege het feit dat er in het ouderlijk huis veel boeken waren en er dus veel gelezen werd; een uitstekende basis voor het schrijverschap.

De vraag ‘wat maakt u gelukkig’ blijkt lastig te beantwoorden, het hangt volgens Rawie van het moment af. Maar gelukkig heeft hij aan Winschoten, het stadje dat hij, zonder overigens de naam te noemen, eens beschreven heeft als de plaats ‘waar het geween is en de knarsing der tanden’, ook goede herinneringen. Zijn laatste bezoek zal daar ook vast aan bijdragen. De toehoorders zullen dezelfde mening zijn toegedaan. In ieder geval ondergetekende, die graag wil afsluiten met een laatste citaat van de heer Jean Pierre Rawie: ‘Vroeger was alles beter, behalve de tandarts!’

Benieuwd wie de volgende gast in het Inspiratiecafé zal zijn!

Robert Jalink

Foto’s: Robert Jalink

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *