Vorige maand februari was het koud op de heuvel van Tara in het graafschap Meath. Er woei een stevige wind over het land en het sneeuwde bij vlagen. De heuvel van Tara is een belangrijke plaats in de geschiedenis van Ierland. De graven en symbolen zijn al heel oud en op deze plaats zetelden de hoge koningen.
Sint Patrick
Wie de ganggraven nu bezoekt moet eerst langs een standbeeld van Sint Patrick. Het verhaal gaat dat Patrick in het jaar 433 op deze heuvel van Tara stond tegenover de wagens en strijders van Laeghaire, de heidense hoge koning van Ierland. Patrick roept de hulp in van de heilige Drie-eenheid door het voordragen van een gedicht dat bekend is geworden als het borstschild van Sint Patrick. Dit gedicht begint met de regels: “Een sterke macht roep ik vandaag aan als mijn schild, de heilige Drie-eenheid, die zijn drieheid bekrachtigt en zijn eenheid bevestigt in de schepping van alles door liefde…” Tijdens het voordragen van dit gedicht ontsteekt hij een Paasvuur. Daarmee gaat hij in tegen het bevel van de koning, die als enige het recht opeist vuur te maken. Als de koning ziet dat zijn macht bedreigd wordt, ontbiedt hij Patrick. In witte gewaden begeven hij en zijn monniken zich al zingend naar de koning. Vanuit zijn hinderlaag ziet deze echter niets anders dan een kudde herten, gevolgd door een reekalf dat hen volgde.
Klavertje drie
Het leven van Sint Patrick (zijn vierdag is op 17 maart!) is door legenden omgeven en we weten maar heel weinig van hem. Het enig zekere bestaat uit enkele geschriften van zijn hand, zoals een geloofsbelijdenis, waarin hij zich laat kennen als een vroom en bescheiden mens, die wars is van hoogdravende taal. Als een Ierse prinses hem vraagt om het mysterie van de Drie-eenheid toe te lichten komt hij niet aan met moeilijke theologische begrippen, maar plukt een klavertje (Shamrock) dat duidelijk maakt hoe één drie kan zijn, en drie één.
Bekering
Van geboorte is Patrick geen Ier. Hij is van Romeins-Britse afkomst en wordt als zestienjarige gevangengenomen door Ierse piraten. Zes jaar brengt hij door in gevangenschap in Noord-West Ierland en in deze periode komt hij tot geloof in Christus.
Na zijn ontsnapping gaat hij naar Gallië en misschien zelfs naar Rome. Bij terugkeer in Brittannië wordt hij tot priester gewijd. In een visioen krijgt hij de opdracht om als zendeling naar het land te gaan waar hij slaaf geweest is. Hier trekt hij de laatste dertig jaar van zijn leven rond om mensen bekend te maken met het Evangelie. Zijn missie wordt gevoed en verrijkt door de erfenis van de Kelten, die het christelijk geloof in Ierland een bijzonder karakter geeft.
Geloof in beweging
Symbool bij uitstek hiervan is de Keltische knoop, die voor christenen een teken van de eeuwigheid is geworden. De oneindig met elkaar vervlochten en verweven lijnen en de altijd draaiende spiralen die de Ierse hoogkruisen en bladzijden van manuscripten sieren, drukken beweging uit. Geloof is in essentie beweging. Beweging die steeds weer anders is, maar nooit een chaos wordt. In de Keltische knoop zien we gecompliceerde symmetrie en bepaalde patronen met duidelijke grenzen. Toch lijken de lijnen steeds door te lopen. Net als Sint Patrick en de andere mannen en vrouwen, die het christelijk geloof doorgeven. Ze zijn altijd onderweg. In het landschap dat ze doorkruisten hebben ze telkens oog voor heilige plaatsen, in het bijzonder bossen, rivieren en bronnen. Ook met dieren en vogels voelden ze zich verbonden. In alles tot in de kleinste en gewoonste dingen ervaren ze God. Hoewel zij grote eerbied voelen voor God als Schepper, zien ze God ook heel dichtbij, om hen heen en in zichzelf. God doordringt de wereld als een kracht, die mensen op de goede weg brengt. Geloof in God blijkt in de verbinding met heel de schepping, die voortdurend in beweging is. We zien dat terug in zegen van Sint Patrick, die ook in Nederland al veel mensen bemoedigd heeft:
Moge God vóór je zijn om je de weg te wijzen
Moge God achter je zijn om je in de rug te sterken
Moge God naast je zijn als goede vriend
Moge God om je heen zijn als beschermende mantel
Moge God in je zijn als liefde en vrede.
Amen
Sint Kevin en de merel
Nog een klein verhaal tot slot. Al wandelend langs het meer van Glendalough kwam ik een in steen gehouwen portret van Sint Kevin tegen. Daarnaast enkele dichtregels van Seamus Heaney:
“Een omgekeerde handpalm steekt uit het raam, stijf
als een dwarsbalk, terwijl een merel er op landt,
haar eitjes legt en rust vindt om te broeden”.
In het nest van de merel ziet Kevin het symbool van de eeuwigheid en bewogen met de vogel houdt hij zijn hand als een twijg net zo lang stil, tot de eieren uitgebroed zijn.
Natuurlijk is dit verbeelding, dicht Heaney verder, maar probeer eens na te voelen hoe Kevin zich voelt. Doet alles hem zeer, slapen zijn vingers, voelt hij zijn knieën nog? Of is het zijn gebed dat zijn lichaam doordringt en hem de kracht en de liefde schenkt om zich te verbinden met de eeuwigheid en met die broedende merel?
Genoeg stof tot overpeinzing in het vervolg van deze veertigdagentijd.
