Samenvatting van de overdenking van zondag 28 januari 2018
Naar de lezing van Marcus 1: 21-28
In deze lezing zien we hoe Jezus voor het eerst een mens geneest: een man die bezeten is door een onreine geest.
Marcus valt in het begin van zijn evangelie uit tegen de schriftgeleerden; Jezus spreekt volgens hem met gezag, in tegenstelling tot hen. Het is hier echter niet de bedoeling beschuldigend met de vinger te wijzen naar een bepaalde groep die ooit in Palestina leefde. Hier gaat het over iets van alle tijden: mensen die wel de woorden in de mond nemen, maar hun hart zit er niet in. Marcus wil heel duidelijk maken dat wanneer het over God gaat, dit vanbinnenuit moet komen en dat is wat Jezus onderscheidt. Spreken over God moet iets met mensen doen, zodat ze er mooier, rustiger en dapperder door worden. Dat een mens voelt: hier word ik een beter mens van en mijn naaste ook. Daarom zet Marcus Jezus neer als iemand met gezag, van wie de mensen merken dat hij spreekt over waar het werkelijk over gaat.
Om dit te onderstrepen vertelt hij het eerste wonder in zijn evangelie: het uitdrijven van een onreine geest, een demon. Dit woord brengt ons in de 21e eeuw een beetje in verlegenheid, want wat is nou een demon? Wat betekent het als het evangelie vertelt dat iemand door een onreine geest bezeten is?
Samengebalde stemmen
De sleutel tot het verstaan van het verhaal ligt misschien in wat de man roept. ‘Wij weten wel wie u bent, wat hebt u met ons van doen?’ Hij spreekt niet met ik, maar in een collectief. Blijkbaar hebben zich in hem stemmen samengebald van wat mensen vinden.
Op individueel niveau zou je hierin de kwetsbaarheid van mensen kunnen zien. Als je als mens maar vaak genoeg hoort dat het niet goed is wat jij denkt of voelt, hoe je in het leven staat of wat je geaardheid is, worden die stemmen een deel van jezelf. De veroordelingen van anderen kunnen een mens vol laten worden van gedachten die niet van hemzelf zijn, maar dat uiteindelijk wel worden. De ideeën van anderen kunnen een mens zo ‘demoniseren’ dat hij uiteindelijk zichzelf niet meer vertrouwt en niets anders weet dan dat hij een ‘wij’ is. Dan wil hij zich allen nog maar verschuilen, stilhouden of roepen: ‘Laat mij maar met rust.’ En dat roept die bezeten man dan ook.
Bezeten maatschappij
Maar er zijn meer mogelijkheden voor interpretatie. Ook onze maatschappij heeft de neiging om in wij te denken. En vooral het wij van de mensen met het geld, van de mensen die het verloop van de economie dicteren. Dan krijg je dingen als ‘Het klopt wel, maar het deugt niet’, waarover Stevo Akkerman in zijn boek schrijft. Hierin haalt hij de Tsjechische econoom Tomáš Sedláček aan die zegt: ‘zoveel mensen werken de hele dag in banen die ze haten om dingen te kopen die ze niet nodig hebben’. In zijn boek over de economie van goed en kwaad schrijft hij dat de macht van het geld mensen berooft van hun individuele verantwoordelijkheid. En grote maatschappijen komen ermee weg om hun verantwoordelijkheden af te schuiven. Deze week was weer in het nieuws dat in Groningen mensen nog steeds wachten op gerechtigheid, nadat hun huizen – en ook zijzelf – beschadigd zijn door de aardbevingen. Mensen worden gek gemaakt in een klimaat waar niemand werkelijk gedijen kan. Ook dat is een vorm van bezetenheid.
Stuiptrekkingen
Je hoopt dan dat er iemand is die een halt toeroept. Wat Jezus beweegt, is dat hij de man niet langer opgesloten wil laten zijn in die wereld. Daarom zegt: ‘zwijg en ga uit hem, laat hem met rust’. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. Als de onreine geest de man verlaat, begint hij te stuiptrekken. Alles wat mensen of de samenleving gevangen houdt, gaat niet zomaar weg. Soms duurt het wel een leven lang, zoals het volk Israël er veertig jaar over deed om de weg te vinden vanuit de slavernij naar het land van de vrijheid. Zo kan het lang duren voordat een mens weer uit zichzelf lucht kan scheppen of een maatschappij in een richting kan bewegen waarin mensen stuk voor stuk gewaardeerd worden en niemand wegloopt voor verantwoording.
Daarom zet Marcus dit verhaal aan het begin. Jezus is niet gekomen om mensen met weer andere gedachten over God op af te schepen. Maar om iedereen te laten voelen dat er werkelijk iets gaat nieuws beginnen. Misschien duurt het heel lang, maar in elk geval wordt duidelijk dat wanneer het over God gaat, het over mensen gaat.
Hoop
Iets eerder in het evangelie vertelt Marcus over de doop van Jezus. Als Jezus uit het water omhoog komt, klinkt de stem uit de hemel: ‘Dit is mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde’. Deze boodschap geldt voor ieder mens. Maar voordat alle stemmen tot zwijgen zijn gebracht die mensen verhinderen dat te voelen en daarnaar te leven moet er nog ongelooflijk veel gebeuren. Jezus drukt de mensen op het hart hoop te houden. Het zal niet eenvoudig zijn. Misschien lig je als mens – in het beeld van dit verhaal – soms te stuiptrekken, maar je bent gezien, je bent geliefd. Geloof daarin, hoop daarop, gun het een ander en kom dan weer samen.