Samenvatting van de overdenking op zondag 24 september 2017
Naar de lezing van Matteüs 6: 24-38
Op deze eerste zondag van de herfst volgen we nog steeds het lezingenrooster van de lutherse traditie. En we weten zeker dat Luther zelf ook over deze tekst heeft gepreekt. ‘Wees niet bezorgd’, is de centrale gedachte in de lezing. Het staat in een gedeelte van het evangelie van Matteüs dat even kritisch als troostend is.
Levensduur
In dit evangelie lezen we: ‘niemand kan door bezorgd te zijn ooit een el aan zijn lengte kunnen toevoegen’. Waar komen deze woorden vandaan? Hiervoor moeten we naar Galilea, waar Jezus de mensen toesprak als een tweede Mozes.
We stellen ons Jezus voor met een menigte om hem heen. Mensen staan op hun tenen om hem te kunnen zien, maar hoe je ook op je tenen gaat staan, een el (ca. 30 cm.) zul je nooit aan je lichaam kunnen toevoegen. De NBV vertaalt lengte echter niet als lichaamslengte, maar als levensduur. Niemand kan door bezorgd te zijn ook maar een el toevoegen aan zijn levensduur.
Geen zorgen?
Ondanks het feit dat het beeld niet meer helemaal klopt, is de uitspraak duidelijk. Maar wat bedoelt Jezus hiermee? Want zorgen zijn er genoeg. Zeg maar eens tegen de mensen op Sint Maarten dat ze zich geen zorgen moeten maken of tegen anderen die met grote problemen te kampen hebben. Er is voldoende om je zorgen over te maken.
Ook in het verhaal van Martha en Maria, lijkt Jezus de ene zus te berispen, omdat ze te veel bezig is met zorgen. Maar het woord dat hier gebruikt wordt is diaconia, ‘dienstbetoon’, en dat is nodig en belangrijk. Geen mens redt het toch zonder nadenken, plannen te maken en uit te voeren? Dat is hier ook niet bedoeld.
Twijfel niet aan jezelf
Als Jezus de mensen oproept ‘maak je geen zorgen’, dan bedoelt hij: zorgen over jezelf. Het woord dat hier gebruikt wordt is ‘angst’ of innerlijke onrust: maak je niet angstig over jezelf. Het gaat om de bezorgdheid of je wel goed genoeg bent. Het woordje ‘zelf’ dat in de nieuwe Bijbelvertaling staat, spiegelt het terug naar het binnenste van een mens. Een binnenste dat samentrekt, omdat er misschien wel redenen zijn waardoor je twijfelt aan jezelf. Of je wel genoeg doet, of je wel deugt, of anderen je wel zien zitten.
Jezus spreekt hier niet de elite toe, maar de mensen die moeten ploeteren, en die waarschijnlijk geen hoog zelfbeeld hebben. Hij probeert die mensen een hart onder de riem te steken. Natuurlijk, zodra ze weer weg gaan hebben ze voldoende zaken om weer hun tijd en weer in te steken, maar het gaat in dit verhaal over de vraag: wie ben je?
Er zijn tegenwoordig, en onze tijd moedigt dat aan, genoeg mensen die niets anders doen dan al hun tijd, geld, en energie aan zichzelf te besteden. Het aantal zelfhulpboeken is nog nooit zo groot geweest. Het aantal zelfontwikkelingscursussen dat wordt aangeboden, is nog nooit zo groot geweest. Zoveel mensen zijn krampachtig aan het proberen om zelf iemand te worden.
En dan hoor je die woorden: ‘Maak je geen zorgen om jezelf’. Geen mens kan door inspanning zichzelf bewijzen of verwerkelijken. Wat Jezus zegt is in feite: Bedenk dat je al iemand bent. Je hoeft niet te zwoegen, te ploeteren om goed genoeg te zijn. Voor God ben je dat allang. Ontspan, laat het los en ga dan de dingen doen die belangrijk zijn. Wees iemand omdat er een schepper is die jou elke dag de moeite waard vindt.
Vogels en bloemen
Kijk naar de vogels, kijk naar de bloemen, zegt Jezus. Toen Luther over deze passage preekte, zei hij: ‘als ik vogels zie, zou ik het liefst mijn hoed willen afnemen, ze willen groeten met “Liebe Herr Doctor”. Dat zou u ook moeten doen en bedenk dan dat God, die deze wezens laat vliegen, nog meer zorgt voor jou’. Vogels zaaien niet, ze ploegen niet, ze leggen geen voorraden aan. Ze zijn niet druk met vooruit plannen in de tijd vanuit de angst: zal het later allemaal goedkomen? Ben ik wel voldoende verzekerd? Al die dingen leiden af van het leven in het heden. Ook vogels zijn druk, maar ze maken zich geen zorgen over morgen. Ze zijn bezig zoals ze geschapen zijn en God zorgt voor ze, zegt Jezus.
Ook de bloemen in het veld werken niet. Ze zijn zich niet bewust van zichzelf. Ze groeien, maar staan elkaar niet in de weg. Ze vormen een prachtig tapijt, een weefsel van kleuren. We weten niet hoe koning Salomo gekleed ging, maar volgens Jezus heeft hij er nooit zo mooi uitgezien als de bloemen in het veld.
Vertrouwen
Dat zijn de gedachten die Jezus met de menigte deelt. Twijfel niet aan jezelf, werk niet krampachtig aan jezelf. Wees niet voortdurend bezig met hoe je overkomt. Leef van vertrouwen, ook al is dat misschien wel het moeilijkste dat er is. Maar alleen dan gaat de kramp weg, je blik wordt wijder, je hart wordt ruimer, je komt veel meer tot je recht, dan met die eeuwige twijfel. Je bent een schepsel van God, geniet van de schoonheid, van elkaar en van jezelf.
Okke jager schreef in zijn commentaar bij deze tekst: waarom zijn bloemen mooi? Het antwoord is eenvoudig: bloemen kijken niet in de spiegel, bloemen kijken naar de hemel en daarom zijn ze mooi.