Luther Biografie deel 17

Maarten Luther, Rebel der Genade

Deel 17

Dat Maarten uitverkoren is om theologie te gaan studeren valt niet bij iedereen goed. Sterker nog, het zet kwaad bloed bij een aantal van zijn medebroeders, die hem dat duidelijk laten blijken.

Dat Maarten, die nog maar kort in het klooster vertoeft, nu in hun ogen wordt voorgetrokken, reageren ze op een nare manier op hem af. Om deze uitingen van jaloezie niet te hoog te laten oplopen krijgt Maarten als taak toebedeeld de latrines te reinigen. Een onterend karweitje, dat doorgaans de plicht van een knecht is.

Terwijl hij een latrine schoonmaakt die een bijzonder welmenende broeder nog extra bevuild heeft, schiet hem een Bijbelverhaal uit het Oude Testament te binnen. Over de ontroostbare Hanna, die getreiterd wordt door Peninna (1 Samuël 1) Dit maakte al indruk op Maarten in de tijd dat hij bij de broeders van het gemene leven in Maagdenburg naar school ging. Hij heeft daar al ontdekt dat in tegenstelling tot de filosofie, die vaak in een veelheid van woorden blijft steken, de verhalen van de Bijbel over het leven zelf gaan. Deze eigenschap van de Bijbel verbaast hem telkens weer. Het is het enige boek dat hem werkelijk aanspreekt.

 

Treiterende monniken

Als hij weer op zijn knieën een latrine zit te boenen ziet hij wat er van het eten en drinken van een mens overblijft. Hij ziet het en ruikt het en vraagt zich af of dit niet een oefening in deemoed is. Alles in hem komt bij hem in opstand tijdens deze smerige klus, maar is dat geen hoogmoed? Geen werk mag hem toch te min zijn? Hij zal deze gedachten en gevoelens opnieuw moeten biechten. Als hij de kloostergang betreedt, wordt hij omringd door vier medebroeders. “Hé broeder Maarten, voel jij je te goed om te gaan bedelen?”, bijt een breedgeschouderde monnik hem toe. Een kleinere dikke monnik met een vollemaansgezicht en dikke lippen lispelt: “Jij gaat fijn studeren terwijl wij uit bedelen gaan. Wat een egoïsme, wat een eigendunk! Dat ziet de Heer niet graag, helemaal niet graag…” “Wij dienen God met de bedelzak”, houdt weer een ander hem voor en Maarten ruikt zijn slechte adem. “De zak op de rug en dan met de zak door de stad.” “Zakkum per Nakkum” jouwt de vierde en heeft duidelijk plezier om zijn eigen woordgrap.

 

Grote plannen

De prior heeft Maarten vrijstelling gegeven, want bedelen zou zijn studie alleen maar ophouden en Johann von Staupitz heeft grote plannen met deze begaafde monnik. Een aantal keren heeft hij hem de biecht afgenomen en samen hebben ze diepgravende gesprekken gevoerd over de bijbel. In Erfurt is grote behoefte aan goede Bijbeldocenten en anders wel aan de pas opgerichte Universiteit van Wittenberg. “Leucorea” (van Leukos: wit en oros: berg) is de vergriekste naam van de door Frederik de wijze in 1502 gestichte universiteit, waaraan von Staupitz als Bijbelprofessor en Jodokus Trutfetter (zie deel 6) als decaan zijn verbonden.

 

Aan de rand van de beschaving

Als in de herfst van 1508 de docent filosofie tijd vrij krijgt om te promoveren ontstaat er een vacature in Wittenberg en von Staupitz vraagt Maarten om deze te vervullen. Daarmee is hij verzekerd van een goede en ijverige docent en tegelijk haalt hij de spanning weg uit het klooster in Erfurt, waar Maarten zoals we hebben gezien geen makkelijk leven heeft en de jaloezie toeneemt. Vijf dagen is Maarten onderweg, via Leipzig en via Dessau. Als hij door de Elbepoort de stad betreedt, maakt teleurstelling zich van hem meester. Veel groter dan Mansfeld is het stadje niet en bestaat vooral uit heel eenvoudige huizen. Hij is zoals hij later zal zeggen aangekomen aan de grens van de beschaafde wereld. Als hij naar de weg vraagt wijzen soldaten hem eerst het kasteel van de keurvorst aan. Die verblijft echter de meeste tijd in slot Hartenfels in Torgau, want in Wittenberg zie je vooral een bouwput waar nog hard wordt gewerkt. Eigenlijk is Wittenberg niet meer dan één lange straat met in het midden de markt, een stadhuis en een stadskerk. Maarten hoeft niet lang te zoeken voor hij aan de poort staat van het zwarte klooster (zo genoemd naar de zwarte dracht van de Augustijner eremieten) dat samen met de universiteit is opgericht en grenst aan de stadsmuur. Ook dit gebouw is verre van af.

‘s Avonds is er een vrolijke maaltijd met zijn vroegere leermeester Jodokus Trutfetter, Johann von Staupitz en de overige monniken van dit nog kleine klooster. Ze genieten van vis en vlees en een flinke kroes Einbecker bier.

Het ‘Zwarte Klooster’, nu Lutherhuis, te Wittenberg

College geven en studeren

De tijd daarna moet Maarten college geven over de ethiek van Aristoteles en vooral over diens deugdenleer. Deze deugdenleer, die door Thomas van Aquino is uitgewerkt vormt een belangrijk ijkpunt voor de middeleeuwse moraal, die binnen de scholastieke theologie tot een eindeloze reeks details is uitgesponnen. Aristoteles reikt ook een methode aan voor de uitwerking, die zo slaafs wordt nagevolgd, dat alle leven eruit raakt en er geen enkele eigen denkruimte meer mogelijk is. Zo moet het en zo gaat het en wie het anders wil, stuit al snel op onwrikbare grenzen.

Naast deze taak gaat ook de studie theologie door en onder leiding van von Staupitz maakt Maarten ongelooflijk snelle vorderingen. Al op 9 maart 1509 legt hij zijn Baccalaureas examen in de theologie af. In Erfurt staat hier een minimum van twee jaar voor, maar aan de jonge universiteit van Wittenberg is weinig vastgelegd. De snelheid waarmee alles gaat beangstigt Maarten. Zou de duivel hem op deze manier ten val willen brengen? Hij deelt zijn twijfels met von Stauptiz, maar deze heeft al enig inzicht verworven in de faalangst van Maarten en moedigt hem aan: “Doe je uiterste best broeder Martinus, het is Gods wil!”

 

Argwaan

In Erfurt kijkt men met argwaan naar hoe het met hun broeder in Wittenberg gaat. Ook al heeft zijn vertrek voor rust in het klooster gezorgd, het kan toch niet zo zijn, dat ze in Wittenberg gaan profiteren van de investeringen die in Erfurt zijn gedaan. Als de lector Leonardus Heutleb komt te overlijden is dat een reden om Maarten terug te roepen. Ze hebben hem nodig en dwingen hem tegelijk een eed af te leggen dat hij niet in Wittenberg, maar enkel in Erfurt in de theologie gaat promoveren. Zijn norse leermeester Johannes Nathin neemt hem de eed af, maar is zo ongeduldig, dat de procedure niet wordt voltooid.

In Erfurt twijfelt men niet aan de rechtsgeldigheid, maar later zal Luther er een ontsnappingsmogelijkheid in zien.

 

Een belangrijke opdracht

De sfeer in het klooster is gespannen. Er is een hervormingsbeweging gaande binnen de Augustijner orde, die tot tweespalt heeft geleid. Johann von Staupitz, die vicarisgeneraal van de Duitse tak is, probeert tot een nieuwe eenheid te komen, maar hij roept veel weerstand op. Er moet om raad gevraagd worden in Rome en het is Maarten die samen met een medebroeder deze belangrijke taak krijgt toebedeeld! Hij maakt zich op voor een reis naar de eeuwige stad…

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *