Samenvatting van de overdenking op 2 juli 2107
Naar de lezing van Lucas 15 : 1-10
Vandaag precies 512 jaar geleden keerde een jongeman na een daverende ruzie met zijn vader naar zijn studentenstad terug. Wat hij het liefst wilde, theologie studeren, had zijn vader hem verboden. Hij was net begonnen aan de studie rechten en deed het goed. Bovendien kon zijn vader wel een jurist gebruiken voor zijn mijnwerkersonderneming. De jongeman, Maarten Luther, was erachter gekomen dat zijn rechtenstudie helemaal niet over recht of gerechtigheid ging, maar alleen maar over regels uit het hoofd leren.
Toen hij zijn master gehaald had, kreeg hij toegang tot de universiteitsbibliotheek en daarmee tot de Bijbel. Luther las erin en dat zette zijn leven op z’n kop. Door de Bijbel ontdekte hij dat recht over meer ging dan wetten en regels en hij besloot theologie te willen studeren. Hij was naar huis gegaan om zijn vader te overtuigen, maar die maakte hem duidelijk dat dat uitgesloten was.
Keerpunt
Op de 2e juli 1505 liep hij somber terug naar Erfurt, toen hij bij het plaatsje Stotternheim werd overvallen door onweer en dacht dat het met hem afgelopen zou zijn. Hij riep daarom de beschermheilige van de mijnwerkers aan: ‘Heilige Anna, help mij, ik word monnik’. Hij houdt zich aan die belofte en twee weken later meldt hij zich aan bij het klooster. Deze datum geldt nog altijd als een moment van ommekeer in de Europese geschiedenis. Luther zelf heeft op dat moment nog een lange weg te gaan, maar op een gegeven moment ontdekt hij de teksten over Jezus van Nazareth die mensen een plek wil geven waar ze op kunnen leven.
Luther heeft ongetwijfeld het fragment van de lezing van vandaag gelezen. Hoewel hij nu het meest bekend is vanwege zijn strijd en zijn stellingname, was hij in zijn eigen tijd meest geliefd om zijn pastorale geschriften. Veel mensen stelden zich toentertijd de vragen: hoe moet ik leven? Hoe vind ik genade? Luther was altijd bereid mensen troostbrieven of troostboekjes te schrijven en in die zin recht te doen aan het evangelie.
Gelijkenissen
In de lezing van vandaag heeft Jezus te maken met mensen die het in eigen ogen helemaal voor elkaar hebben en haarfijn weten wie er wel en niet deugt. Hij zou met hen een gesprek kunnen voeren hoe je met wetten en regels om kunt gaan, maar doet het niet. Hij vertelt gelijkenissen, poëzie. De eerste gelijkenis gaat over een herder met honderd schapen en één schaap dat mist. Toch stelt de herder alles in het werk om dat ene schaap terug te vinden. Als hij het gevonden heeft, volgt grote vreugde.
Jezus gebruikt hier het beeld van een gewoon mens dat geeft om zijn dieren en waar we ons allemaal in kunnen inleven. Als een (huis)dier kwijtraakt, zullen we niet dat dier zelf veroordelen en zeggen: eigen schuld, zoek het zelf maar uit. Als een mens ontspoort en kwijtraakt, zijn we wel snel met een oordeel: had hij maar beter op moeten letten, had hij zich maar aan de regels moeten houden.
Via het hart
Door middel van de verhalen probeert Jezus zijn toehoorders gevoel voor medemenselijkheid bij te brengen. Niet via het hoofd, maar via het hart. Zoals een herder die stap voor stap het pad het pad afloopt om zijn verloren schaap terug te vinden, kun je ook bij een mens nagaan wat er is gebeurd. Waarom iemand op het verkeerde pad is geraakt, wie hem wat heeft aangedaan. Dit niet om het goed te praten, maar om je af te vragen hoe je hem kunt helpen de weg terug te vinden.
Maar heeft dit wel zin? Iemand die echt de weg kwijt is, heeft misschien wel jarenlange begeleiding nodig. Je weet nooit zeker of het iets oplevert, maar omdat het om een mens gaat, is het altijd de moeite waard.
En nu gaat het weer over een ander, maar zijn we niet zelf ook soms de weg kwijt? Luther wist er alles van. Zijn weg was allerminst zonder zorgen en zonder donkere gedachten en het heeft lang geduurd voordat hij erachter kwam dat hij een mens was die er mocht zijn. Dat is de boodschap in deze gelijkenis en ook van de volgende.
Verloren penning
Jezus vertelt over een vrouw met een hoofdtooi met tien drachmen, zilveren munten, waarvan ze één kwijt is en waarvoor ze haar hele huis doorzoekt. Hoewel de drachmen op zich weinig waard zijn, is deze hoofdtooi haar bruidsschat en laat haar zien als iemand die de liefde gevonden heeft. Als daar iets aan ontbreekt, is het fijn om dat terug te vinden en dat wat gebroken en incompleet was weer heel te maken.
Ruimhartig
De toehoorders van Jezus kunnen met deze verhalen mee voelen. Hij vertelt ze voor de mensen die een herder nodig hebben en voor de herders zelf. Hij vertelt hoe mensen barmhartigheid en ruimhartigheid kunnen tonen, zodat mensen die verloren zijn de weg weer terug kunnen vinden. Dit is iets wat je niet aan henzelf over kan laten, maar daarvoor is actieve inzet van anderen nodig. Dat probeert Jezus de mensen bij te brengen.
Luther heeft deze verhalen ook gelezen en het heeft hem in staat gesteld om duizenden mensen te troosten. Ook wij, vijfhonderd jaar later, kunnen de heilzame werking van het evangelie vinden, als we er maar in geloven en er voor elkaar mee aan het werk gaan.