Hemel en hel: geen oordeel, maar inzicht!

Samenvatting van de overdenking op 18 juni 2017.

Naar de lezing van Lucas 16: 19-31

Tijdens de dienst van deze zondag worden er nieuwe ouderlingen en diakenen bevestigd. In de toelichting die bij deze gebeurtenis hoort, komen we de volgende zin tegen die gaat over het ambt van de diakenen:  ‘Wij zullen met elkaar bevorderen dat arm en rijk elkaar zullen ontmoeten, want allemaal zijn zij schepselen van de Heer’.

 

Rijke man, arme man

De lezing van deze zondag past daarbij en staat bekend als de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. De rijke viert elke dag feest en neemt het ervan en de arme wordt totaal door hem genegeerd. Even later verplaatst het beeld zich van de aarde naar het hiernamaals en daar zijn de rollen omgekeerd. Wie het op aarde goed had, lijdt in het hiernamaals ondraaglijke pijn en heeft een dorst die niet ophoudt. De arme Lazarus krijgt een plek dichtbij Abraham, een ereplaats. Hoe moeten we deze omkering verstaan? Is rijkdom zonde en armoede een verdienste? Is dat de boodschap? Nee, zegt de toelichting bij het ambt van diaken: armen en rijken ontmoeten elkaar en zijn beide schepselen van de Heer.

 

Voor Gods aangezicht

Waar het in de gelijkenis mis gaat voor de rijke man, is dat er geen ontmoeting is. Hij toont geen mededogen, trekt zich niet het lot van de ander aan. En hoe kan een mens op aarde leven als hij nooit geraakt wordt door wat een ander overkomt? Het gaat hier niet persé om armoede, maar het kan alles zijn waardoor een medemens een beroep op je doet. Het verhaal moet niet gezien worden als een dreiging met wat er kan gebeuren. Het is een uitnodiging om te bedenken: hoe kan ik, hoe kunnen wij het beste leven als mensen die in God geloven of dat proberen te doen?

Door middel van de gelijkenis legt Jezus ons voor: stel dat je voor God komt te staan en je ontdekt hoe je leven er uit heeft gezien. Stel dat je ziet dat je het niet goed hebt aangepakt? Dat je dingen en voorál mensen over het hoofd hebt gezien. Dat zou toch eeuwig zonde zijn? Het gaat hier overigens niet om oordeel, maar om inzicht. Jezus maakt levende mensen bewust van hoe dit leven in elkaar zit.

 

Na ons de zondvloed

We kunnen ook denken: we weten het toch niet, we zien wel later, laten we er nu uit halen wat er inzit, los van anderen om ons heen. Zij die veel hebben, bedenken allerlei redenen om duidelijk te maken dat het niet toevallig is dat ze rijk zijn, dat ze slim zijn geweest en veel verantwoordelijkheden hebben. Dat ze er recht op hebben. Alsof de ene mens meer recht heeft dan een ander. Jezus drukt zijn gehoor op het hart:  geen mens heeft oog in oog met God ergens recht op.

 

Bestaat de hemel?

Vandaag de dag is geloof in God, geloof in de hemel niet zo makkelijk. Zeker niet als er grote koppen in de krant staan als ‘Hoogleraar en predikant neemt afscheid van de hemel’. Hoewel dit niet waar is, maakt het mensen onrustig, roept het reacties van boosheid en onzekerheid op.  Terwijl het alleen maar de bedoeling was van deze theoloog om zo te kijken naar de hemel dat het nu al een gevolg heeft voor wie je bent en wat je doet.

In de roman van de Russische schrijver Dostojevski, ‘De gebroeders Karamazov’ (1880), komt een passage voor waarin een vrouw bij een priester haar hart uitstort, omdat ze het geloof van haar jeugd is kwijtgeraakt. Ze vindt het zo moeilijk te geloven in de moderne tijd. Mensen roepen van alles en niets is meer duidelijk. Ze is de weg kwijt en wil dat de priester haar geruststelt en verzekert dat God en de hemel bestaan. De priester zegt dan: ‘’Als u nou eens zou beginnen met te zorgen voor een paar van uw medemensen? Als u naar het ziekenhuis ging en op bezoek ging. Als u zich stap voor stap zou bekwamen in naastenliefde. Dan zult u, hoe meer u daar in oefent, ontdekken dat er een God is en dat de hemel geen verzinsel is, maar een bron waaruit de mens leven kan. Probeer het en ontdek dat alles wat u heilig is, terugkomt. God is niet te bewijzen, alleen maar te leven”.

 

Het leven recht doen

Dat is precies wat Jezus wil zeggen. De dorst die de rijke man verteert, is geen straf, maar een aanwijzing. Het zou hem het inzicht moeten schenken dat hij zijn leven lang bezig is geweest met het verzamelen van dingen die er niet echt toe doen. Dat hij alle dagen dat hij ongebreideld, onbekommerd en onbewogen feestte iets probeerde weg te jagen wat niet weg te jagen valt: zijn eigen sterfelijkheid en armoede.  Hij ontdekt dan dat hij zich vergist heeft en hij wil zijn broers, die net zo leven als hij, waarschuwen. Het zou mooi zijn als er iemand terugkwam van het hiernamaals, want dan is het bewijs geleverd. Jezus zegt alleen: ze hebben Mozes en de profeten; laten ze naar hen luisteren. Of zoals de priester zegt in de roman: ga je maar bekwamen in het zorgen, in het aandacht hebben voor elkaar. Als we dat doen als gelovigen, zo goed als het kan, zullen we merken dat dat het mooiste is dat bestaat. In het bezig zijn kunnen we iets van ‘geroepenheid’ bespeuren, kunnen we gaandeweg ontdekken dat het waar is dat geloof in God het leven recht doet.

ds. Bert L. van der Woude

Sinds april 2000 werk ik als predikant binnen wat nu de Protestantse Gemeente Winschoten (PGW) heet. De eerste zeven jaar nog in combinatie met de gereformeerde kerk van Westerlee en nu ruim tien jaar volledig in Winschoten.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *