Maarten Luther, Rebel der Genade
Deel 9
De confrontatie met zijn vader zit Maarten hoog en ook de trouwplannen, die deze in gedachten heeft. Als het zover komt kan hij de studie theologie wel vergeten. Met een bezwaard hart begeeft hij zich op weg naar Erfurt. Hij bidt God om een teken en als God blijft zwijgen dan moge de pest hem halen!
Maar er is nog iets anders dat een rol speelt. Zijn Middelduitse koppigheid en zijn weerzin om zich te buigen. Tegen zijn zin tot iets gedreven te worden maakt hem onrustig en boos, ook al kan hij dat voor zichzelf maar moeilijk toegeven. Trots vermengt zich met radeloosheid, de paniek een verkeerde beslissing te nemen gaat samen met vertwijfeling.
Sint Anna help mij!
Op zondag heeft hij nog de mis in Mansfeld gevierd en hartstochtelijk gebeden. Op maandag, vroeg in de morgen, is hij opgebroken. Het enige dat hij wil is weggaan. In tweestrijd verzonken komt hij de volgende dag (2 juli 1505) terecht in een hevig onweer bij het gehucht Stotternheim, twee dagreizen van Mansfeld en nog twee uur gaans van Erfurt. Zo donker als het er binnen in hem uitziet, zo pakken donkere wolken zich boven hem samen en verduisteren zijn weg…
Een felle bliksemstraal die naast hem inslaat, doet hem in alle hevigheid schrikken. Zijn de poorten van de hel opengegaan? Probeert de duivel hem al te grijpen? Dat gaat makkelijk, want zonden genoeg om Maarten bij beet te pakken en aan zijn wandaden sleept hij hem naar de hel. Zo beleeft Maarten het! Uit angst om zijn eeuwig zielenheil schreeuwt hij het uit: “Sint Anna help mij, ik word monnik!” Nadat hij deze gelofte heeft afgelegd klaart het weer op. Hij komt ongedeerd in Erfurt aan, maar heeft wel een eed afgelegd, die hij niet mag breken. Zeker, niemand weet er van en een gelofte onder druk afgelegd kun je aanvechten en vrijstelling krijgen van de vervulling er van. En inderdaad heeft Maarten niet vrijwillig gehandeld maar in doodsgevaar en doodsangst. Hij kan er dus onderuit komen!

Een teken van God?
Maar is dit niet Gods teken waarom hij gebeden heeft? Werd ook de apostel Paulus niet door een lichtstraal uit het zadel geworpen op zijn weg naar Damascus? Hoorde Augustinus niet een stem die hem op een beslissende passage in de Bijbel wees? En nu heeft de heilige Anna hem ingegeven om monnik te worden. Dit betekent echter dat hij moet kiezen. Óf het gebod van zijn vader breken óf dat van God. Maar staat er niet in het Evangelie “Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard?”(Mattheüs 10: 37).
In deze onoverzichtelijke en verwarrende situatie zoekt Maarten steun bij Johannes Braun en deze vaderlijke vriend en mentor raadt hem aan zijn gelofte te vervullen. In het klooster gaan en monnik te worden heeft tenminste één groot voordeel: hij is dan voor de wereld gestorven en niet meer financieel afhankelijk van zijn vader en hoeft hem ook niet meer te gehoorzamen, want hij zal gehoorzaamheid zweren aan de abt van het klooster. Maarten kan kiezen. Hij kan naar Franciscanen gaan of naar de Dominicanen, maar zijn keuze ligt voor de hand. Hij heeft zich al veel bezig gehouden met Augustinus en diens boeken gelezen. Dan moet hij wel naar de broeders Augustijnen gaan, die zeggen dat ze hun kloosterregel van Augustinus hebben ontvangen. Daarnaast besteden de Augustijnen veel tijd aan culturele vorming en wetenschap.
Het Augustijner klooster in Erfurt
In Erfurt onderhouden ze een studium generale, een hogeschool van de orde die banden heeft met de universiteit in Erfurt en Maarten in staat stelt om theologie te studeren. Belangrijke Augustijnen zoals hun ordegeneraal Egidio da Viterbo wordt alom gerespecteerd als geleerde en humanist. In Erfurt bevindt zich een deel van de elite van deze orde, die de kloosterregel nauwgezet naleeft.
Maarten heeft nog nooit voor de makkelijkste weg gekozen, hij weet dat hij het zwaar zal krijgen als monnik, maar zijn besluit staat vast. Zijn vader heeft geen hoge dunk van monniken omdat ze geen arbeid verrichten en met een bedelnap rondlopen. Of van prebenden leven, inkomsten die ze van arme mensen afpersen. Veel kloosters staan in een kwade reuk en er zijn monniken die zich overgeven aan liederlijk gedrag. Dit zedenverval wordt ook door de monniken zelf waargenomen en de Augustijnen in Erfurt maken deel uit van een hervormingsbeweging, die de zuivere idealen nastreeft. Daarom sluit Maarten zich bij hen aan. Daarmee kan hij ook op dit punt zijn vader de wind uit de zeilen nemen.
Gestorven voor de wereld
Hij verkoopt bijna al zijn boeken. Van de komedies van Plautus kan hij niet scheiden, noch van de ‘Bucolica’ (herderspoëzie) van Vergilius. Deze neemt hij mee naar het klooster. Dan nodigt hij al zijn vrienden van de humanistische kring uit voor een maaltijd. Ook de vrouwen, die daarbij horen zijn aanwezig. Niemand weet nog ergens van en Maarten doet geheimzinnig over de reden van de uitnodiging. Ze eten, drinken en genieten. Er wordt geciteerd uit dichtwerken en gezongen. Wellicht draagt iemand zelfs een spotvers over monniken voor… Maar dan rond middernacht komt het hoge woord er uit. Maarten verklaart zijn vrienden dat hij intrede zal doen in het klooster van de Augustijner eremieten. Ontzetting maakt zich meester van het gezelschap. Ze kunnen proberen hem van dit besluit te weerhouden, maar iedereen weet dat als Maarten zich iets heeft voorgenomen, niemand hem daar van kan weerhouden.
Wat ze ook aan argumenten verzinnen, het helpt niet. Vroeg in de morgen breken ze op en begeleiden Maarten naar het Augustijner klooster. De weg is niet ver en al snel staan ze voor de zuidelijke kloosterpoort. Het lijkt wel of ze bij een begrafenis zijn en dat is ook wel een beetje zo. Maarten klopt aan de poort, keert zich nog één keer om naar zijn vrienden en roept als afscheid: “vandaag zien jullie mij nog en daarna nooit meer!” Hij draait zich weer om en vraagt aan broeder portier om opname in het klooster.
