Samenvatting van de overdenking op Hemelvaart, 25 mei 2017
Naar de lezing van Marcus 16: 9 – 20 en 2 Koningen 2: 1-15
‘Een mens bestaat uit moleculen en verhalen.’ Deze zin werd laatst uitgesproken op een afscheidsrede. Twee werelden komen daarin bij elkaar: die van de natuurwetenschap en van de theologie. Dat een mens uit moleculen bestaat, daar zal geen mens aan twijfelen, dat is te meten, bewijsbaar. Dat een mens ook uit verhalen bestaat, is niet bewijsbaar, maar minstens zo belangrijk.
Verhalen zijn onsterfelijk
‘Wie kan er aarden hier beneden, als er geen open hemel is?’ Ook in die zin komen de twee werelden bij elkaar. Aarden hier beneden betekent mens zijn, leven en helaas ook sterven. Moleculen hebben niet het eeuwig leven, maar verhalen gelukkig wel. Verhalen dragen we met ons mee, in de vorm van Bijbelverhalen, herinneringen, poëzie of liederen. Verhalen zijn onsterfelijk en van groot belang. Als je de verhalen weghaalt, zijn we niet meer dan de materie waaruit we zijn opgebouwd. De verhalen die we lezen met Hemelvaart willen dat benadrukken.
‘Ik laat je niet alleen gaan’
In 2 Koningen lezen we dat Elisa afscheid moet nemen van Elia. Elia voelt zijn einde naderen en wil zich op rustige plek afzonderen. Elisa zegt dan: ‘zowaar de Heer leeft en zowaar jij leeft, ik laat je niet alleen gaan’. Dat is iets herkenbaars en iets wat alle mensen willen: iemand van wie je houdt niet alleen laten gaan. Zolang het kan, ga je mee, maar helaas kunnen wij elkaar niet vergezellen over grens van de dood heen.
Wat zie je?
Elisa gaat mee zolang zijn leermeester leeft en het hele verhaal draait om wat hij ziet. Elia zegt dat hij een wens mag doen. Elisa wenst dan het dubbele deel ontvangen van de geest van Elia. Het dubbele deel betekent: wil je mij aannemen als jouw zoon, mag ik in jouw spoor verder gaan als jouw eerst geborene? Elia zegt, dat mag, maar het hangt ervan af wat je ziet. ‘Als je ziet hoe ik van je wordt weggenomen, zal je wens vervuld worden, maar als je het niet ziet, gebeurt het niet.’
Een vorm van verbinding
Elisa ziet dan hoe een wagen en paarden van vuur Elia opnemen ten hemel. Dat is niet wat gebeurt, maar dat is wat Elisa ziet. En dat is minstens zo belangrijk. Daarmee kan hij verder. Elia, en alles waar hij voor stond, groeit vanaf dat moment in hem. Hij raakt elke dag een stukje meer verweven met wie Elisa is. Natuurlijk is er verdriet, afscheid is droevig. Maar er is ook een vorm van verbinding die aardse werkelijkheid overstijgt.
Zonder verhalen gaat het niet
Als je het niet ziet, gebeurt er niets. Wie niet gelooft is al geoordeeld, zegt Jezus en dat klinkt streng. Hij bedoelt het als aanmoediging: Als je niets ziet dan wat er is, als je geen verbeelding, geen geloof hebt, wat blijft er dan over? Wat stelt het leven dan voor? Dan mis je minstens de helft. Daarom is het belangrijk dat Elisa ziet hoe Elia wordt weggenomen.
Anker van de ziel
Hetzelfde lezen we in het verhaal over het afscheid van Jezus. In het Markus-evangelie komen Pasen, Hemelvaart en Pinksteren bij elkaar en ze horen bij elkaar. Pasen betekent opstaan. Een weg die je van tevoren niet zag, opent zich voor je, als een geschenk. Hemelvaart is het antwoord van mensen daarop. Iets van de hemel wordt zichtbaar in je en dat wil je met anderen delen. De geest geeft de kracht om dat allemaal te kunnen.
Het is allemaal niet gegarandeerd, maar het is een belofte, het is zegen. Uiteindelijk wordt ons gevraagd om het te beamen. En wat er dan gebeurt, zegt Jezus, is dat je een nieuwe taal gaat spreken. Een taal waarmee je van hart tot hart mensen verstaat. ‘Je zult demonen uitdrijven.’ Dat wil zeggen: je ontvangt de kracht om alles weg te nemen wat ons verlamd en verslaafd maakt.
‘Je zult gif drinken en niet doodgaan’. Dat betekent: er zijn altijd cynische mensen, die het negatieve benadrukken, maar het zal je niet deren. Je bent beschermd door God. Geloof in de hemel is het anker van de ziel, zoals in de Hebreeënbrief staat. Dit betekent niet dat je gaat luchtfietsen of zweven boven de werkelijkheid, maar dat je je niet laat meeslepen door alles waar mensen elkaar mee vergiftigen.
Het materiële is maar de helft. Natuurlijk moet je het lichaam voeden, maar de verhalen moet je koesteren. Want het is waar: een mens bestaat uit verhalen en moleculen.