Maarten Luther, Rebel der Genade
Deel 5
In de jaren dat Maarten Luder naar school gaat, eerst naar de Triviaalschool in Mansfeld en later in de leer bij de ‘broeders van het gemene leven’ in Maagdenburg, staat de wereld niet stil. Terwijl Maarten Latijn moet stampen steekt Christoffel Columbus in 1492 de Atlantische Oceaan over en ontdekt Amerika. Vermoedelijk heeft Maarten niets van dit historische moment meegekregen. Zelfs in zijn latere leven niet. Ook de vragen die er door werden opgeroepen gaan geheel aan hem voorbij.
Hoewel er kooplieden zoals Martin Behaim uit Neurenberg betrokken zijn bij zeereizen en nieuwe ontdekkingen (hij laat zelfs een Globe maken, één van de eersten ter wereld!), is er door archeologen niets in huize Luder ontdekt wat maar enigszins wijst op het gebruik van specerijen van overzee of andere zaken van buiten Europa. In deze woelige tijd blijft Luthers wereldbeeld continentaal en hoewel hij een reis naar Rome heeft gemaakt, is het de vraag of hij ooit de zee heeft gezien of zich een voorstelling kan maken van een zeewaardig schip. Terwijl Luther zijn eigen vragen stelt over het wezen van het Christendom, gebeurt dit tezelfdertijd in Spanje met het oog op de nieuwe wereld. Met name Bartolomé de Las Casas (1474-1566) trekt zich het lot van de Indianen aan en komt op voor hun erkenning als mens! Ook andere hervormingen vinden plaats nu Spanje na het verdrijven van de Moren weer een christelijke natie is geworden. Hervormingen die zich niet tegen Rome en de Paus keren, maar zich ontwikkelen in verbondenheid. Een revolutionaire tijd dus, die het de jonge Maarten Luder mogelijk maakt zijn eigen plek daarin te vinden en in te nemen.
Een gewone schooldag
Bovengenoemde broeders verdienen deels hun levensonderhoud door het overschrijven van boeken en steken veel tijd in het bestuderen van de Bijbel. Hierdoor kunnen ze vaststellen dat er meerdere tekstvarianten van de Bijbel in omloop zijn en dat het een heel karwei is om een zuivere tekst samen te stellen, zoals ook humanisten als Erasmus nastreven. Dit zal Maarten niet zijn ontgaan, sterker nog, het maakt hem gevoelig voor de vraag naar de authenticiteit van de Bijbelse tekst.
Op schooldagen staat hij om drie uur ‘s morgens op, neemt deel aan de metten (geen korte!), luistert naar Bijbeluitleg en gaat dan pas ontbijten en vervolgens naar school.
Bijbeluitleg duurt minsten een uur een wordt zeer grondig aangepakt, want de Bijbel wordt beschouwd als de bron van het religieuze leven van de broeders. ‘s Middags wordt er gemeenschappelijk gemediteerd en na het avondeten bidt men samen de completen.
Hierna volgt de gezamenlijke beproeving van het geweten. Vooral dit laatste maakt grote indruk op Maarten. Met name de niets ontziende manier waarop de broeders over hun aanvechtingen spreken moedigt hem aan om te zoeken naar zijn eigen misstappen gedurende de dag. Om negen uur wordt de dag besloten. Omdat onderwijs belangrijk is voor de broeders geven ze les aan andere scholen, laten leerlingen van buiten toe, geven bijles en bieden geestelijke begeleiding aan.
Op het nippertje gered
De nieuwe omgeving, het ver weg zijn van familie, het strenge broederhuis, het karige eten, de afwisseling van te weinig slaap, leren, bidden en mediteren, ondermijnen Maartens toch al zwakke gezondheid. Hij wordt ziek en krijgt hevige koorts. Terwijl zijn temperatuur stijgt en de broeders hem verbieden water te drinken en voorbede voor hem in de kerk doen (ze beelden zich in dat drinken genezing tegenhoudt en alleen bidden helpt), kruipt Maarten op handen en voeten alle trappen naar beneden en komt over de vochtig koude stenen van de keuken bij een kruik water, die hij helemaal leegdrinkt.
Hij redt het nog net om daarna naar zijn kamertje terug te keren en valt in diepe slaap, waaruit hij gezond weer wakker wordt. Redding op het laatste nippertje mag je wel zeggen en voor Maarten staat het vast dat God zijn redder is.
Verhuizing naar Eisenach
Zijn vader Hans – aan wie Maarten het voorval vertelt – stelt echter nuchter vast dat het niet goed is dat zijn zoon zo ver weg van familie verblijft. Hij zoekt contact met zijn familie in Eisenach en in 1498 verlaat Maarten Maagdenburg en neemt bij verwanten in Eisenach zijn intrek. Spoedig daarop leert hij Ursula Cotta kennen, die aardigheid krijgt in de getalenteerde en muzikale jongeman. Zij is de dochter van Heinrich Schalbe, in wiens huis vroomheid en humanisme hand in hand gaan en waar Maarten onderdak vindt. Een bron van inspiratie naast zijn nieuwe school, de Sint-Joris, waar rond priester Johannes Braun een kring van humanisten samenkomt, die zich toeleggen op zuiver Latijn en het lezen van de klassieken, zoals Cicero, Quintilianus, Vergilius en Seneca. Maarten houdt van de bijeenkomsten en zijn liefde voor poëzie wordt er door versterkt.
Een bijzonder jaar
Het jaar 1498 is in meerdere opzichten bijzonder. Het is het jaar waarin Vasco da Gama (1469-1524) als eerste een zeeroute naar India vindt en in Calcutta landt. In Florence wordt de boeteprediker Girolamo de Savonarola op last van de luxe-minnende Borgia Paus Alexander VI op de Piazza della Signoria verbrand. (Wie nu Worms bezoekt, ziet bij het grote monument voor Maarten Luther ook zijn voorlopers in steen gebeiteld, nl. Petrus Waldus, Johannes Hus, John Wycliffe en Savonarola!) .
Ook overlijdt in dat jaar de humanist Alexander Hegius, de leraar van Erasmus. Hij sterft in het broederhuis in Deventer en is zeker voor Maarten Luder een begrip. Alles wijst er op dat Maarten zijn weg in de wereld glansrijk zal afleggen.