Samenvatting van de overdenking op Paaszondag 16 april 2017
Met Pasen lezen we uit het Markus evangelie, hoofdstuk 16: 1-8. Van de vier evangeliën is dit het oudste. Het vertelt ons over drie vrouwen die naar het graf van Jezus gaan om zijn lichaam te balsemen. Als ze daar aankomen, zien ze echter dat de steen voor het graf is weggerold. In het graf treffen ze een in het wit geklede jonge man aan. De passage eindigt met de grote schrik van de vrouwen.
Wat voor evangelie is dit, dat mensen bang maakt? Bestaat er wellicht zoiets als heilzame schrik? Schrik door iets onverwachts, iets nieuws en unieks? Of, zoals de apostel Paulus het schrijft: ‘iets wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen’.
Dat is de opstanding, een groot geheim
Het gaat met Pasen zeker niet over meer van hetzelfde. Vaak zoeken we naar beelden om te kunnen beschrijven waar het met Pasen wel over gaat: bloemen die gaan bloeien, de aarde die tot leven komt. Maar als we het dichtbij onszelf houden, zien we het ook in mensen die weer verder kunnen, die niet blijven staan waar de weg was doodgelopen. Mensen die zijn vastgelopen, maar – zonder te weten hoe precies – weer een weg vinden die verdergaat. Ook dat is een Paasverhaal. Iedereen die zoiets heeft meegemaakt, weet dat je er niet naar op zoek kan gaan. Het enige wat je als mens soms kunt doen, is blijven hopen, blijven bidden, blijven zingen – soms tegen beter weten in – in de hoop dat je ooit weer verder kan.
Drie vrouwen
Als we het Markusevangelie volgen, dan zien we dat het vrouwen zijn die de eerste getuigen zijn van de opstanding. En dat is niet voor niets. Vrouwen weten wat het is om leven te dragen, om geboorte te geven. Zij weten diep van binnen wat leven is.
De steen is weggerold
Op weg naar het graf hebben de vrouwen echter geen sprankje hoop meer. Het enige dat ze bewaren is de herinnering, kostbaar, maar voorbij. Bij het graf aangekomen, zien ze de steen. Het graf is een rotsgraf en men was gewend die met een steen af te sluiten. De steen wordt hier niet voor niets opgevoerd. Iets drukt soms als een steen op een mensenhart. De weg naar buiten lijkt definitief geblokkeerd. Maar deze steen blijkt, zonder dat de vrouwen daar zelf een aandeel in hebben gehad, te zijn weggerold. Dit geeft beeld aan een heel oud geheim.
Een groot geschenk
Wie heel eerlijk is, moet bekennen dat je het diepste waar je als mens naar verlangt, niet aan jezelf kan geven. Dat hoop je van een ander te ontvangen. Dat je iemand ontmoet, die jou plotseling zin laat zien, liefde laat voelen, je een weg opent, een hand reikt. Dat krijg je nooit door eigen kracht. Dat is een geschenk. Zomaar, door een ander, is de weg weer open. Dat is het beeld van de steen die weggerold is. Het evangelie gunt dit aan ieder mens, maar verbindt het aan de ene mens. Zonder hem gaat het niet. Het paasevangelie verbindt de overgang van wat dood lijkt naar leven aan de meest zachtmoedige van alle mensen; Jezus van Nazareth, die mensen telkens weer aan zichzelf heeft teruggegeven en hoopt dat wij dat ook voor elkaar kunnen doen.
De kant van het licht
Dan zien de vrouwen een jongeman in een wit kleed. Is het een engel? Of iemand die ze kennen? Markus vertelt dat hij aan de rechterkant zit. Ook dit is niet zonder betekenis. In de Bijbel is de linkerkant de kant van het onbewuste, het verborgene, dat waar je bang voor bent. Rechts is de kant van licht, van inzicht, van naastenliefde, van weer toekomst zien. De jongeman wijst het spoor. Dan horen ze het: Jezus is hier niet, hij is opgestaan.
De vrouwen worden teruggestuurd naar Galilea, waar het allemaal begon. Opstanding betekent niet dat je een ander leven moet gaan leiden. Opstanding betekent vooral dat je je leven anders leeft. Met inzicht, warmte, menselijkheid en barmhartigheid. Daarom moeten de vrouwen terug naar Galilea, waar ze samen met Jezus ontdekt hebben wat voor een mens uiteindelijk belangrijk is.
Maar ze zullen niet terugkeren naar de gewone gang van zaken. Pasen is niet meer van hetzelfde. Het is iets volstrekt nieuws. Als je het wilt zien, als je het wilt geloven. Het is het onvoorstelbare, het onverwachte, het meest bijzondere. En toch, het wil aan ons gebeuren. De Heer is opgestaan.