Maarten Luther, Rebel der Genade
Deel 1
Op 18 februari 2017 was het 471 jaar geleden dat Maarten Luther overleed in zijn geboorteplaats Eisleben op 62-jarige leeftijd. Hoewel Luther meerdere malen heeft laten weten dat hij een zoon van het Mansfelder land was, waren het bijzondere omstandigheden die er toe leiden, dat in hij niet in zijn woonplaats Wittenberg het leven liet, maar in Eisleben.
Ook de manier waarop hij stierf is zo tekenend voor wie hij was, dat het uitnodigt zijn levensverhaal te vertellen en dat wil ik graag doen in een soort feuilleton. Een reeks van verhalen waarin de rode draad (samen met de nodige details) komt uit Lutherroman van historicus Klaus-Rüdiger Mai*, ondersteund door enkele wetenschappelijke studies**, die focussen op de tijd waarin Luther leefde.
Het dwarsbomen van de duivel
We schrijven januari 1546 als Luther in gezelschap van zijn drie zonen Johannes (19), Martin (15) en Paul (13) vanuit Wittenberg naar Eisleben vertrekt. Ook Johannes Aurifaber en Ambrosius Rudtfeldt maken deel uit van het reisgezelschap. De bedoeling is dat Luther in zijn geboortestreek de ruzie bijlegt tussen de graven van Mansfeld. In Halle komt hij vast te zitten. Het water van de Saale is te hoog en te wild voor de oversteek en terug wil ook niet meer want ook het water van de Mulde achter hem is gezwollen.
Het is een lelijke streek die de duivel hem hier levert en zijn geduld wordt danig op de proef gesteld. Hoewel zijn gastheer Justus Jonas hem rijkelijk van voedsel, rijnwijn en Torgauer bier voorziet, is zijn geduld na twee dagen op. Ondanks het protest besluit hij de woelige rivier over te steken. Met z’n zevenen (ook Justus Jonas heeft zich bij de reizigers aangesloten) gaan ze aan boord en de veerman moppert dat de heren misschien verstand van de hemel hebben, maar met betrekking tot het water grote dwazen zijn. Niettemin komen ze veilig aan de overkant en zetten hun tocht per huifkar voort. Dit onder geleide van 113 ruiters in harnas en met speren bewapend. Luther zal weinig vreugde beleefd hebben aan dit escorte. Het overdreven aantal laat zien dat de graven van Mansfeld niet samen hebben overlegd en dat geen van hen voor de ander wilde onderdoen bij het binnenhalen van de grote reformator.
Het boze oog
Vlak voor Eisleben komen ze door een dorp waar een vijftigtal joden woont. Hij ziet een groepje staan en raakt van slag door het boze oog waarmee ze voor zijn gevoel naar hem kijken. Luther schreef enkele dagen later aan zijn vrouw Käthe, dat hem zo’n gemene kou treft dat het voelt alsof zijn brein bevriest. Daadwerkelijk moest hij door een soort ‘koude corridor’ met een stekende oostenwind, maar het is typerend voor Luther dat schrijft dat de joden hem die koude toe geblazen hebben. Hij voelt een steek in zijn hart en verliest het bewustzijn. Justus Jonas stuurt twee ruiters vooruit naar gastheer Johannes Albrecht, zodat deze voorbereidingen kan treffen om de grote reformator in leven te houden. Aangekomen in Eisleben leggen ze Luther op bed, wrijven zijn lichaam met warme doeken totdat hij weer iets van kleur op de wangen krijgt. De dagen daarna neemt Luther slechts enkele uren per dag deel aan de onderhandelingen. Op de eerste zondag na zijn aankomst in Eisleben (het is dan 31 januari) preekt hij in de Sint Andreas kerk. Ook op 2 en 7 februari bestijgt hij de kansel en dringt er bij zijn gehoor op aan dat ze op Gods genade moeten blijven vertrouwen.
Verlos ons van de boze
De zondag daarna (14 februari) gaat hij opnieuw ter kerke in de Sint Andreas. Nadat hij twee predikanten in het ambt bevestigd heeft, gaat hij de nauwe wenteltrap van de preekstoel op en bedenkt hoe smal de weg naar de hemel is en hoe breed het plaveisel van de hel. Bovengekomen moet hij diep ademhalen en ziet dan hoe vol de kerk is. Kijkend naar de vele bekenden wil hij hen op het hart drukken hoe veelvuldig de valstrikken van de duivel zijn. Heeft hij wel voldoende aangedrongen op vroomheid, barmhartigheid en deemoed? Hebben al zijn inspanningen wel ergens toe geleid? Luther legt Mattheus 11 : 25 -30 uit. Over wat God voor wijzen en verstandigen heeft verborgen, maar aan eenvoudige mensen heeft onthuld. Als hij op het punt staat zijn preek te beëindigen en weer af te dalen komt hem de scène van Ritzdorf weer voor de geest van de joden met hun boze oog en ijzige kou. Hij moet zijn gehoor voor dit gevaar waarschuwen. Als hij uiteindelijk uitgeput de kansel afdaalt struikelt hij over een steen en valt. Haastig wordt hij naar huis gebracht, begeleid door graaf Albrecht von Mansfeld.
De laatste dagen
De dagen daarna lijkt hij langzaam te herstellen en doet aan verzoeningspogingen wat hij kan. Hij herleest Vergilius, waar hij als gymnasiast al zoveel van hield. Hij trekt zich terug in zijn kamer om te bidden. Om tot rust te komen spreekt hij hardop de woorden van Psalm 23. Hij glijdt weg in een droom, die hem terugbrengt naar zijn kindertijd. Hij ziet het Eisleben van toen voor zich, de donkere stegen waar overal gevaar schuilt, gevaar dat hij later heeft leren zien als iets dat in mensen woont.
62 jaar eerder
De nacht valt over Eisleben, alleen in de steeg vlakbij de Petrikerk wordt nog een huis verlicht door brandende kaarsen. Daar klinkt op 10 november 1483 een schreeuw. Het ruikt er naar bloed, naar zweet, naar pijn, naar angst. Het ruikt naar geboorte…